De zus is altijd meer een wandelaar geweest dan mij. Ik denk dat iedereen binnen ons gezin meer een wandelaar is geweest dan mij. Ha! Maar ik ben mijn schade aan het inhalen en toen de zus voorstelde om eens samen te gaan wandelen, zei ik natuurlijk geen nee.
Zij stippelde een paar routes uit op Komoot en uiteindelijk kozen we voor ééntje ten noord-oosten van Leuven waarbij het vertrekpunt het station van Leuven was. De route zou iets van een 17,5km zijn. Er waren een aantal mogelijkheden om de route in te korten aangezien mijn lijf nog altijd wat vreemd aan het doen is. Ik ben al drie weken niet meer naar de fitness geweest en van wandelen was er ook bijzonder weinig in huis gekomen. Ik had dus geen idee hoe het lijf zou reageren op een relatief lange wandeling.
We spraken zaterdagochtend af om 9u en maakten nog een korte tussenstop bij de Panos om chocolademuffins te kopen als snack. We hadden wel onze lunchkes mee, maar een halfway snack is altijd een goed idee. Daarna trokken we naar het Provinciaal Domein waar we meteen een sanitaire stop hielden. Vraag me niet wat het is, maar ik moet altijd aan het begin van een wandeling plassen. Dus ik was blij dat we daar snel een wc vonden en nog even de blaas konden ledigen. Oef.
Daarna zette de weg zich verder door langs de abdij van Vlierbeek en allerhande voetwegen in Kessel-Lo. Het was pas na een zestal kilometer dat de eerste kuitenbijter zich aandiende. Ik wist niet dat er zulke hellingen bestonden in de buurt van Leuven. Dat er heuvels waren, ja, daar was ik me zeer van bewust, maar dit soort hellingen? Amaai mijne frak. Soit, het noemt natuurlijk niet voor niets de Hagelandse heuvels. We gingen steil omhoog en kwamen uit bij een speelbos waar we op één van de speeltuigen even op adem kwamen. Maar wonder boven wonder had ik geen last van de knie of enkel. Hoera!
Even later liepen we langs de mooiste holle weg verder door een woonwijk met prachtige huizen in het groen om uiteindelijk uit te komen tussen de velden. Een andere wandelaar begroette ons lachend met “welkom in het aards paradijs”. En kijk, het was inderdaad een prachtig stukje natuur. Opnieuw stond ik er van te kijken dat er zulke landschappen te vinden zijn op een steenworp van een stad die ik zo goed ken.
Voor we het goed en wel doorhadden waren we voorbij de helft van onze wandeling en besloten we onze ogen open te houden voor een lunchplek. De zus had mij er gelukkig aan doen herinneren om een lunchke mee te nemen. Dat had ik tot nu toe nog nooit gedaan tijdens mijn wandelingen: een middagpauze. Dus ik was benieuwd wat dat zou geven. We wandelden door Holsbeek en na even verkeerd te hebben gelopen, vonden we een weg waar heel wat banken waren aangelegd rondom bomen. Daar aten we ons sandwichkes met veel smaak op en als dessert aten we die chocolademuffins op. Dat het smaakte, dat moet ik je waarschijnlijk niet vertellen.
We hadden nog zes kilometer voor de boeg en ik dacht dat dat allemaal wel zou meevallen. Zes kilometer is niets, toch? Niet als het zes kilometer op de Kesselberg is. Nope. Nope. Klimmen lukt mij meestal redelijk goed, maar dalen dat is een ander verhaal. Ik heb in het verleden hele slechte ervaringen gehad bij het dalen in bergen. Ugh. En mijn knie kan dat helaas niet zo goed aan. We besloten het traag maar gestaag te doen. De zus dartelde voorop als een gazelle, ik kwam ietsje verderop bijzonder onelegant de steile hellingen af.
En bijna heel de wandeling kwamen we geen andere wandelaars tegen, maar net als ik “Thank you, power of the muffin!” aan het brullen was, omdat ik merkte dat de suikers van de muffin mij écht wel energie gaven, stond daar uiteraard opeens een man met zijn hond. Spreekt voor zich. Ahum.
Voor we het goed en wel wisten, waren we terug in het Provinciaal Domein en hielden we opnieuw een sanitaire stop. Ik kon er ook mijn fles water bijvullen. Het verbaasde me eigenlijk dat mijn benen het nog hielden. We waren een aantal keren een verkeerde weg ingeslagen en de teller stond al op 18km, maar zelfs die laatste paar honderd meter naar het station viel het allemaal wel mee. Was ik blij om neer te ploffen om een bankje terwijl ik wachtte op mijn trein? Bijzonder blij. Maar had ik lichamelijke pijntjes? Eigenlijk niet echt. Buiten mijn dikke teen aan mijn linkervoet. Vraag me niet wat die heeft, maar die durft al een keer van zich te laten horen tijdens langere wandelingen. Kijk, het is beter dan een knie of een enkel die protesteert.
Terwijl ik daar zat op dat bankje wachtend op mijn trein wilde ik mijn wandeling posten op Strava, maar het liep bijna mis omdat ik geen netwerk had. Of omdat mijn smartphone zijn kuren kreeg. Weet ik veel. Uiteindelijk liet ik Strava open staan en regelde ik het eens ik thuis was, waardoor ik ook heel de weg zag op de Strava kaart die ik had afgelegd met de trein. MAAR… Maar… finaal stond de teller om 19,30km gewandeld. Jawel. Nét geen 20km.
Het is dus perfect haalbaar die 20km, zo blijkt! Ik had al de bedenking gemaakt dat goed gezelschap een grote rol speelt, maar dat een middagpauze en wat carb loading een verschil maakt, is nu ook bevestigd. Ik had ook ergens gelezen dat cola ook zou helpen en aangezien ik maar 3u15 had geslapen de nacht voordien, had ik een flesje cola zero mee. Ik denk dat het inderdaad wel iets heeft gedaan, maar water blijft toch het belangrijkste. En yup, dat lees je goed, 19,30km op 3u15 slaap. Kunnen we.
Eens thuis gekomen, trokken Het Vriendje, Het Meneertje en ik nog naar Decathlon en dat was er misschien een beetje te veel aan, want ik crashte daarna half tijdens het koken ‘s avonds. Want ja, dat deed ik dan ook nog. Ahum. Misschien dus ook rekening houden met het feit dat ik na zo’n lange wandeling moet rusten en bekomen en al. Ja.
Ik moet wel zeggen dat deze wandeling me de volgende dag toch een beetje spierpijn heeft bezorgd in het bijzonder aan mijn bilspieren en mijn hamstrings (de hammies voor de vrienden). Ergens is dat ook wel een heel goed teken, want het wil zeggen dat ik die spieren heb gebruikt in plaats van mijn knie en enkel verkeerd te gebruiken waardoor ik daar anders pijn aan zou hebben. Hoewel ik dus al een tijdje niet bij de fitness ben geweest, doen mijn oefeningen wel degelijk iets. Speekselmedaille voor mezelf en al.
Dus ja, die wandeling van 20km, die zit er aan te komen. Als nét geen 20km met behoorlijk wat hoogtemeters toch zonder al te veel moeite lukt, dan moet 20km met geen al te zotte hoogtemeters zeker lukken. Toch? Toch?! Ik heb er na deze wandeling in ieder geval het volste vertrouwen in.
En nee, ik weiger dit af te ronden naar boven. 20km is 20km. Nah.
0