Veertig dagen bloggen

Ik weet het, ik weet het. Ik kom nauwelijks toe aan wekelijks bloggen momenteel, waarom zou ik dan zelfs beginnen over veertig dagen bloggen?

De information overload van de eerste weken op het nieuwe werk begint langzaam maar zeker verwerkt te raken in mijn bovenkamer. Daardoor is er terug wat meer tijd en ruimte om iets te doen met die vrije uren ‘s avonds. Dus tegen dat de vasten begint over een kleine maand, moet er wat meer ruimte zijn om wat vaker te bloggen. Denk ik. Of is dat te optimistisch?

Soit. Veertig dagen bloggen. In het verleden organiseerde ik deze uitdaging al een paar keer. Sommige jaren deden heel wat andere bloggers enthousiast mee. Andere jaren deed er een kleine groep mee. Als ik kijk naar de hoeveelheid bloggers die nog regelmatig iets post op hun blog, vermoed ik dat ik bij een nieuwe editie van Veertig Dagen Bloggen blij zal zijn als er twee mensen deelnemen. Ha!

Dus het komt hier op neer: ik ga veertig dagen bloggen. Op woensdag 5 maart, Aswoensdag, begin ik en dan hoop ik tegen Pasen veertig keer te hebben geblogd. Je mag zeker meedoen, maar voel je absoluut niet verplicht. En ja, uiteraard mag je meedoen ook al heb je je eigen blog misschien niet de nodige aandacht en liefde gegeven de afgelopen tijd. Het is misschien de ideale moment om er opnieuw wat leven in te blazen.

En hoewel Veertig Dagen Bloggen een uitdaging is, moet het niet nog een extra moetje worden. Vul het gerust in zoals jij het wil. Ik wil al langer experimenteren op deze blog met micro-blogberichten. Je weet wel, mini-updates die misschien het label “blogartikel” niet helemaal waardig zijn. Zo’n micro-blogbericht kan bestaan uit één enkele paragraaf and that’s it. De lat moet niet hoog liggen. Nope.

Schrijf gerust al wat blogberichten op voorhand en plan ze in. Schakel de hulp in van ChatGPT als je even niet weet waarover te schrijven of post gewoon een paar foto’s van de afgelopen week. Skip een paar dagen als het te veel wordt. Waarom ook niet? Er is geen Veertig Dagen Bloggen politie die je komt controleren. Het moet vooral leuk blijven.

Ik vroeg alvast aan ChatGPT om mij veertig schrijfprompts te geven voor deze blog. Er zaten een paar pareltjes tussen die het doen kriebelen om te schrijven. Welke rol speelt stilte in je leven? Wat betekent ‘aarden’ voor jou in deze fase van je leven? Wat betekent ‘genoeg’ voor jou? Wat maakt je trots op jezelf? Goeikes. Allemaal goeikes.

Heb je zin om mee te doen? Doe dan gewoon mee. Punt. Je moet je nergens inschrijven of iets dergelijks. Doe gewoon mee. Meer is er niet aan.

1
De regenboogvulpen

De regenboogvulpen

In een niet zo ver verleden vertelde ik hier over mijn pennencollectie en mijn fascinatie met pennen. Ik verwees toen naar een vulpen die ik nét had ontdekt: een prachtige regenboogvulpen. Officieel een TWSBi Diamond 580 Iris. Het was liefde op het eerste gezicht.

Ik heb mij proberen in te houden om ze niet meteen te kopen, want het was in mijn ogen een vrij prijzige pen. Maar toen was het opeens de internationale dag van de vulpen. Of iets dergelijks. En uiteraard werden daarvoor de nodige kortingen gegeven. Ik maakte me ook de bedenking dat, wanneer je ergens stopt met werken, je een afscheidskado krijgt. Dat kan gaan van een kadobon tot een dure Rolex (Ha! Da’s niet meer van deze tijd, lijkt me). Aangezien ik geen collega’s had omdat ik zelfstandige was, besloot ik dat die pen wel een heel mooi afscheidskado voor mezelf zou zijn.

En zo geschiedde.

Intussen ben ik al een paar maanden de trotse eigenaar van deze vulpen en de liefde is nog altijd even groot. Ze ligt vlak voor mijn neus, onder mijn computerscherm. De laatste weken schrijf ik wat minder in mijn dagboek wegens stikkapot aan het einde van de dag, maar als ik schrijf, dan is het altijd met de regenboogvulpen. Want ze schrijft echt heerlijk. Ze glijdt over het papier. Zoals ik eerder al een keer schreef, is mijn dagboek een spotgoedkoop notitieboekje van de The Flying Tiger, maar de pen heeft absoluut geen probleem met het papier. Doodgewoon printerpapier is een ander paar mouwen, maar bon.

Ik kocht samen met de pen ook een flesje inkt. Zo snel als ik de pen had gekozen, zo lang duurde het om een kleur inkt te kiezen. De hoeveelheid keuze is echt absurd. En blijkbaar moet je ook rekening houden met hoe snel de inkt droogt en hoe vloeibaar die is. Soit. Ik koos uiteindelijk Aurora Borealis van Diamine omdat ik dat een mooie kleur vond. En ook een mooie naam. Ahum. Er zou een rodige schijn kunnen doorkomen bij de inkt, maar volgens mij is dat vooral als je een vulpen gebruikt met een dikkere penpunt. Ik koos zelf voor een extra fijne penpunt omdat ik dat het aangenaamst vind om mee te schrijven.

Het was even prutsen en sukkelen om de inkt in de pen te krijgen. Er is een draaimechanisme waarmee je de inkt opzuigt in het reservoir van de pen, maar het lukte me de eerste keren niet. Vraag me niet exact wat ik verkeerd deed. Uiteindelijk is het me gelukt en kon ik ervoor zorgen dat de inkt er vlotjes uitvloeide, zodat ik zonder problemen kon schrijven. Oef.

Ergens had ik schrik dat ik niet blij zou zijn met deze pen. Dat ze toch niet helemaal zou schrijven zoals ik wilde. Dat het daardoor weggegooid geld zou zijn. Of erger nog, dat ik meteen een andere pen zou willen. Maar niets is minder waar. Ik zou de hele dag kunnen schrijven met de regenboogvulpen. Ze ligt goed in de hand en schrijft heel vlotjes. Plus ze is ontzettend mooi om naar te kijken. Ha! Ook niet onbelangrijk.

Ik begrijp nu trouwens waarom mensen vroeger precies allemaal zo’n mooi handschrift hadden. Hoe meer je schrijft, hoe mooier je handschrift wordt, maar een pen van kwaliteit zal daar ook wel bij helpen. Echt, ik heb intussen al overwogen om tien andere notitieboekjes te beginnen naast mijn dagboek, maar opnieuw: ik probeer me in te houden. Een commonplace book lijkt me nog wel interessant, maar dat is voor wanneer er terug wat meer tijd en vooral ruimte is in mijn bovenkamer. Of misschien is mijn dagboek eigenlijk al een soort van commonplace boek? Wie zal het zeggen.

0
Wat ik leerde na een jaar iedere dag gemiddeld 10k stappen wandelen

Wat ik leerde na een jaar iedere dag gemiddeld 10.000 stappen wandelen

Ik zie momenteel heel wat mensen hun goede voornemens voor het nieuwe jaar delen op social media en aanverwanten. Eén van de goede voornemens die ik zag passeren is om 10.000 stappen per dag te zetten. Hoewel het geen doelstelling was van mij, slaagde ik er in om vorig jaar gemiddeld 10.000 stappen iedere dag te zetten en daar leerde ik het één en het ander uit.

Wat ik leerde na een jaar iedere dag gemiddeld 10k stappen wandelenFocus op het gemiddelde

Ik zette niet iedere dag 10.000 stappen gedurende de 366 dagen die het jaar onzes heeren 2024 kende. Nope. Als je kijkt naar mijn grafiekje dan zal je zien dat er maanden waren dat ik zelfs niet aan de 10.000 stappen gemiddeld kwam voor die maand. En dat is ok. Er zijn dagen dat je minder stapt, er zijn dagen dat je meer stapt. Er zijn weken dat je je beter voelt, er zijn weken dat je het liefst van al je bed niet uit zou komen. Er zijn koude, natte maanden en er zijn zonnige, warme maanden waarin je ‘s avonds laat nog een wandeling kan maken. Focus niet op iedere dag aan die 10.000 stappen komen, maar focus je op het gemiddelde. 70.000 stappen per week. 300.000 of 310.000 per maand. 3.660.000 in een schrikkeljaar zoals 2024.

En dat focussen op het gemiddelde, dat is een interessante les om mee te nemen bij zoveel dingen. Het maakt niet uit hoe je aan je einddoel geraakt, in honderden kleine stapjes of in een tiental grote stappen, zolang je de stappen zet, komt het waarschijnlijk wel goed.

Er is zoveel schoonheid om ons heen

Eén van mijn eerste, langere wandelingen was een wandeling van 10km waarbij ik door drie natuurgebieden hier in de buurt wandelde: Bertembos, de Rotte Gaten en het Warandebos. Die wandeling liep eigenlijk relatief paralel met een steenweg die wij bijzonder vaak nemen. Heel even moest ik ook nog een aantal andere weg oversteken die ons ook niet onbekend zijn. En het was mind blowing voor mij. Tussen al die bekende wegen liggen er prachtige stukjes natuur.

Tijdens de kerstvakantie ging ik met Kir wandelen in de buurt van Leuven. Op een paar kilometers van het station, lijkt het alsof je opeens in de Ardennen aan het wandelen bent. Echt absurd. Het was een kant van Leuven waar ik nog nooit was geweest en ik was echt met verstomming geslagen.

En dat gevoel van “hey, ik wist niet dat dat hier was, zo mooi!” is een grote drijfveer bij mij voor het wandelen. De schoonheid rondom mij, maar ook het feit dat je opeens nieuwe dingen ontdekt in je achtertuin, bij wijze van spreken. Je moet er blijkbaar niet ver voor gaan.

You do you

Ik dacht altijd dat ik geen wandelaar was, omdat ik vroeger altijd ging wandelen op een manier die niet bij mij paste (bergen… ugh). Daardoor dacht ik dat ik niet gemaakt was om lange afstanden te wandelen. Dat de knie niet altijd meewilde, speelt daar zeker ook een rol in. Maar langzaam maar zeker kon ik verder en verder en verder wandelen en heb ik het nu zelfs in mijn hoofd gehaald dat ik een wandeling van 20km wil doen. Ha!

Wandelen kan op heel veel verschillende manieren, zo blijkt. Ik ga graag in mijn achtertuin wandelen, maar het liefst in het groen. Bossen zijn mijn favoriete locatie om te wandelen en als er ergens in de buurt een watertje is, ben ik helemaal tevreden. Nu ik dat weet, motiveert het mij om wandelingen te zoeken en zelf uit te stippelen waarbij ik door zulke gebieden trek. En die wandelingen worden altijd wat langer en langer.

Ge zijt niet gemaakt van suiker

De eerste keer dat ik die uitdrukking hoorde, heb ik eens goed gelachen, maar ik daarna ben ik die ook beginnen gebruiken. Het is zo’n heerlijke, sappige uitdrukking. En ik gebruik hem blijkbaar vaak genoeg, want zoonlief kent én gebruikt het intussen ook. Parenting win! 💪

Wandelen kan je wanneer het regent, wanneer het koud is, wanneer de zon schijnt, wanneer er modder ligt, wanneer het bewolkt is,… Soms moet je even wachten tot een regenbui gepasseerd is of kan je beter in de vroege uurtje of late avond gaan wandelen als het een bloedhete dag is, maar je kan altijd wandelen. Ge zijt namelijk niet gemaakt van suiker. Nah!

En hoewel je ongetwijfeld meer kan dan je denkt, is het wel altijd belangrijk om te luisteren naar je lichaam. Mijn voet en knie zeggen momenteel “njet” dus dan is het “njet”. It is what it is. Forceren is nergens goed voor.

Goed gezelschap maakt wandelen nog leuker

Ik hou van alleen wandelen. Dat is ideaal om even alles op een rijtje te zetten en na te denken over de dingen des levens. Ik wandel heel bewust zonder muziek of podcasts zodat ik alles rondom mij in mij kan opnemen én mijn gedachten kan horen zonder afgeleid te raken. Die wandelingen zijn soms de enige moment dat ik mézelf kan horen.

Maar wandelen in fijn gezelschap maakt wandelen nog leuker. Bijpraten, lachen, samen vloeken op modder en te grote plassen, snacks delen, praten over de dingen des levens,… Het werkt gewoon zo goed in combinatie met wandelen. En als er dan ook nog eens een hond is bij de wandeling, maakt die het helemaal af.

Ik hoop nog veel te kunnen wandelen de komende tijd. Maakt niet uit of het kleine blokjes om zijn hier in de buurt of langere treinstappers, of het in gezelschap is of helemaal alleen. De uitdaging met het wandelen dit jaar gaat vooral tijd zijn. Het afgelopen jaar kon ik gaan wandelen wanneer ik wou. Nu ik op het punt sta om opnieuw voltijds in loondienst te beginnen, gaat er wat minder vrijheid zijn om op eender welk moment mijn wandelschoenen aan te trekken en te vertrekken. We zien wel weer hoe dat loopt.

Sowieso is het niet mijn ambitie om dit jaar opnieuw iedere dag 10.000 stappen te zetten, maar als het gebeurt, dan gebeurt het.

2