Kathleen neemt weer het openbaar vervoer en tadaaa… Kathleen maakt weer van alles mee. Niets beter dan het openbaar vervoer als je inspiratie nodig hebt om iets te schrijven. Neem het van mij aan.
Deze ochtend zat er een vrouw tegenover mij. Ze keek nogal nors naar buiten. Om de een of andere reden zag ze er niet meteen de vrolijkste van de bende uit. Of misschien had ze gewoon vannacht slecht geslapen, want ze had serieuze wallen onder haar ogen. Vlak voor we Schaarbeek binnen reden niesde ze. Nu ben ik van het principe ‘gezondheid’ te zeggen als iemand in mijn nabije omgeving niest. Dat moet gewoon, anders voel ik me slecht. Misschien is slecht niet het juiste woord. Ik vind het eerder onbeleefd als je het niet zegt. Voor ik het goed en wel door had, had ik het ook tegen die norse dame gezegd. Ze keek me aan alsof ze het in Keulen hoorde donderen. Toch volgde er een een heel wrange ‘dank u’, maar een glimlachje kon er niet van af.
Op de terugweg van Halle naar Leuven zat ik wat te tekenen. Het was intussen donker buiten, dus kon ik niet door het raampje naar het voorbijrazende landschap kijken. Er zat niet al te veel volk op de trein. In de coupé waar ik zat was er nog een ander meisje dat naar haar mp3 speler aan het luisteren was. Plots werd de deur geopend. Ik keek op omdat ik dacht dat het misschien de conducteur zou zijn. Niet dus. Een man liep voorbij en zei even “Bonsoir”. Hij zette zich neer en ik tekende verder.
Enkele stations later legde hij een potlood voor mij neer op het tafeltje. “Pour dessiner” zei hij met een zwaar accent. Ik bedankte hem, waarna de man besloot bij mij te komen zitten. En daar gingen we weer. Dag één van Kathleen die het openbaar vervoer neemt en meteen een schot in de roos. Want ja, de “zullen we gsmnummers uitwisselen?” (non, non) en de “heb je al iemand?” (oui, oui) volgden natuurlijk. Enkele tellen later nam het gesprek echt een compleet andere wending. Hij haalde een papiertje uit zijn jaszak. Hij liet mij het gekribbel zien. Franse woorden met daarnaast de Nederlandse vertaling. In gebrekkig Frans vroeg hij of ik hem een paar nieuwe woorden kon bijleren. Waarom nu ook niet he? Dus overliep ik met hem de woorden die al op het papiertje gekrabbeld waren en voegde enkele basics toe: ik, jij, hij, zij, goededag, tot de volgende keer,… In Brussel Noord gingen onze wegen uit elkaar.
En wat kunnen we hier uit besluiten, beste lezertjes?
Eén: Kathleen haar Frans is zo slecht nog niet, hoewel ik absoluut geen idee heb hoe je “graag” vertaald. Waarschijnlijk is dat zo’n woord dat je niet letterlijk vertaald. Ik vermoed het. Je voudrais bien… Yup. Graag. Toch? Twee: Tekenen op openbare plekken kan vreemde gevolgen hebben.
Mooi voorval toch weer. Nu heb ik bijna spijt dat ik op vijf minuten wandelen van het werk woon en niet meer de trein op moet. 😉
(volontiers)