Ik lag dinsdag net twee minuten in mijn bed toen er werd geklopt op mijn deur. De huisbazin. Volgens mij heeft die vrouw me al meer in pijama gezien dan in gewone kleren. Daar stond ze dus weer. Ze liet me weten dat een van de studio’s onder mij was ondergelopen met water uit de boiler. Of zoiets. Ik was al half aan het slapen, dus ik volgde niet helemaal. Het kwam er op neer dat de hoofdwaterleiding zou worden afgesloten.
De volgende dag kwam ik thuis en stond er een van mijn potten gevuld met water op het vuur. De kraan werd opengedraaid en er kwam geen druppeltje water uit. Niks. Langs de andere kant, mijn lang verwachte leuning stond er wel. Yuy! Nu kan ik niet uit mijn bed rollen, twee meter lager vallen en mijn nek breken. Een hele geruststelling.
Alleen… water blijkt toch wel essentieel te zijn. Meestal sta je er gewoon niet bij stil. Tanden poetsen, het toilet doorspoelen, de afwas doen,… Het gekke is dat ik afgelopen weekend in een bui van raarheid een lege fles heb gevuld met kraantjeswater. Het is een gewoonte uit Nederland, daar hervulde ik ook flessen met kraantjeswater enkel en alleen omdat kraantjeswater daar zo heerlijk is. Ik heb er nooit flessenwater gedronken. Blijkbaar werkt mijn intuitie weer zeer goed. Altijd handig, zo’n intuitie die werkt. 🙂
Maar goed. Ik had geluk dat ik dinsdagavond had afgewassen (ook al was het een beetje tegen mijn zin) en had gedoucht. Vandaag nog steeds geen water. Gelukkig had ik afgesproken met een vriendin om vandaag te gaan zwemmen (14 lengtes, nog 486 te gaan :P), waardoor ik me alleszins daar eventjes kon douchen. Als er morgen nog geen water is, dan ga ik toch wel van mijn neus maken bij de huisbazin. Desnoods in mijn pijama.