Tik tik tik

Kinderen. Ik weet het echt echt echt echt echt echt echt niet. Als er iemand mij nu moest vragen of ik later kinderen zou willen, dan antwoord ik hoogstwaarschijnlijk ‘nee’ en dat antwoord ik ongeveer al mijn hele leven. Maar er is een kleine twijfel gegroeid ergens diep in mij. Het is een piepklein twijfeltje dat heel af en toe zijn kop op steekt.

Waarom ‘nee’ vraag je je misschien af? Ik ben zelf een groot kind. Hoe in godsnaam zou ik ooit genoeg verantwoordelijkheid kunnen opbrengen om voor een kind te kunnen zorgen? Als ik op het nieuws berichten hoor over moeders die hun kinderen in gloeiend hete auto’s zijn vergeten of moeders die hun kinderen zo stevig door elkaar gerammeld hebben dat ze in het ziekenhuis belanden, sja… Dan denk ik dat mij dat ook zonder twijfel zou overkomen. Die wetenschap komt voort uit grondige zelfanalyse en –kennis en het doorbrengen van tijd in dezelfde ruimte als een krijsend kind.

En toch, de laatste tijd, heeft er iets de kop opgestoken. Een onverklaarbaar gevoel. Vorig jaar ergens in augustus zat ik op een bankje in een park met een zeer fijne en aantrekkelijke jongeman met prachtige ogen. Het was een eerste date. Ik wist toen nog niet dat hij behoorde tot Gestoordia, maar dat is een geheel ander verhaal. Soit. Terwijl we daar zaten te praten, hoorde ik opeens een stemmetje in mijn hoofd luidkeels gillen: “Ik wil kinderen met zijn ogen!”. Meteen daarop volgde een: “Kathleen, waddefok was dat?! Denk zoiets niet!”. Ik schrok van die gedachte, maar ze had zomaar opeens de kop opgestoken. Zonder waarschuwing. Het liet me niet meteen los.

Toen ik enkele weken geleden op een andere eerste date was met een andere jongeman, schoot er opnieuw een gelijkaardige gedachte door mijn hoofd. We waren aan het poolen en sja… natuurlijk beoordeel je je date dan niet alleen op zijn poolskills. Plots, zonder waarschuwing, was dat ene stemmetje er weer: “Ja, hij zou een goede papa zijn voor mijn kindjes,”. Een nog luidere “Kathleen, wad-de-fok?!” klonk door mijn hoofd. Ik wilde me een flinke klap in mijn gezicht geven, maar dat zou een beetje raar hebben geleken.

Maar goed, dat stemmetje heeft dus twee keer zijn kop opgestoken de afgelopen tweeëntwintig en een halve jaren. Dat valt goed mee. Het enige zorgwekkende is dat het twee keer in een jaar tijd was. Misschien is mijn biologische klok langzaam maar zeker beginnen tikken. Het kan evengoed een vreemde aanval van hormonen zijn geweest. Ja, laten we het daarbij houden. Vreemde, onbetrouwbare hormonen. Niks dan miserie daarmee.

5 thoughts on “Tik tik tik

  1. in het ergste geval kan je BOM moeder worden als je geen vriendje vindt, er bestaan zo van die banken , en rietjes enzo 🙂

  2. Yep, die verduivelde hormonen spelen mij ook wel eens parten , maar soortgelijke kathleengedachten die heb ik nu wel nog niet gehad, maar het kan nog komen he, wie weet 😉

Comments are closed.