15 minuten verhaaltje

Tijdens de cursus “Kinderboeken schrijven” krijgen we niet enkel theorie. Nee. Om de zoveel tijd zal de docente zeggen: “En nu gaan jullie schrijven,”. Dan haalt iedereen een maagdelijk wit blad tevoorschijn en dan verkrachten we die maagdelijke bladspiegel met onze hanepoten. Zo gaat dat.

Afgelopen zaterdag moesten we een foto van onszelf als kind meenemen. Gelukkig heeft de mama een tijd terug een van de klasfoto’s met me meegegeven. Ik sta er op als een ontdeugende ukkie met een jommekeskopje. De foto werd op veel “awwww’s” onthaald bij de medecursisten. Zucht. Maar goed. Het hele punt van het meenemen van een foto was dat we een verhaal moesten schrijven. We moesten een foto kiezen van een plaats en een foto van een van de andere cursisten. Ik nam een foto van een van de oudste cursisten. Een brave schoolfoto waar zij en haar zus op stonden, maar in hun ogen zag je dat het twee ondeugende zusjes waren. Mijn oog viel daarna op een foto van een snoepwinkel. Twee ondeugende zusjes? Een snoepwinkel? Ja, daar kon ik wel wat mee. En dan komt er dit uit. In vijftien minuten tijd. Met de hand geschreven en zonder spellingscheck. En ja, 20 frank ja. Toen die vrouw nog dat meisje op de foto was, toen werden er nog franken gebruikt.

De snoepwinkel.
“Ik heb 20 frank gekregen van oma!” riep Nora terwijl ze trots het geld omhoog hield. Haar kleine zus, Vera, kwam bij haar staan en keek haar met grote ogen aan.
“Zullen we er snoepjes mee gaan kopen?”
Nora twijfelde. Van mama mochten ze nooit naar de snoepwinkel. Snoep maakte je tanden kapot en dan zouden ze bruin worden en uitvallen. Oma had tegen Nora gezegd dat ze die 20 frank in haar spaarpot moest steken. Dan kon ze er later misschien een mooi boek mee kopen.
“Toe Nora,”
“Goed dan, maar je mag er niet van zeggen tegen mama of oma,”
Nora’s kleine zus knikte en stak twee vingers de lucht in om het plechtig te beloven.

De snoepwinkel was een echt paradijs. Overal lag snoep in felgekleurde wikkels: roze, groene, gele,… Er stonden grote potten waar wel duizenden snoepjes in konden en het rook er altijd lekker naar chocolade en vanille.
“Hmm… deze zijn lekker. Oh! En deze zien er mooi uit,” Vera liep langs de grote rekken. Haar ogen blonken van opwinding. Nora volgde haar kleine zus. Nu ze hier was had ze ook wel zin in snoep.

Ze grepen een puntzak en een voor een staken ze er wat lekkers in: chocoladebonbons, lekstokken, karamelsnoepjes,… Wat zouden ze straks smullen! Het water droop Nora als in de mond.
“Nora, ik wil die zure bollen die daarboven staan,” zei Vera terwijl ze naar het hoogste schap wees. De twee zussen keken naar omhoog. Allebei wilden ze graag een paar van die snoepjes, maar er was niemand in de buurt die hen kon helpen.

“Hou dit even vast,” zei Nora terwijl ze de puntzak met snoep aan haar zus gaf. Nora kroop op de kast. Ze was goed in haar evenwicht houden. Dat had ze geleerd in de turnles. Ze klauterde naar het bovenste schap toe en greep de glazen pot met daarin de zure bollen. Nora voelde de kast wankelen.
“Kijk uit!” gilde ze naar haar zusje. Nora sprong snel van de kast.

BAM!

De kast viel om en alle snoep rolde alle kanten uit. Het leek wel alsof er een snoeptapijt in de winkel lag. Meneer Zoet, de eigenaar van de winkel, kwam op het lawaai af.
“Wat is dat hier allemaal?” vroeg hij streng.
Nora en Vera keken hem met tranen in de ogen aan.
“Het spijt ons, meneer, we wilden zure bollen…”
De man keek naar al de rommel. Hij greep een borstel en een vuilblik achter de toonbank vandaan en gaf die aan de twee zusjes.
“Als jullie mee helpen opruimen, dan zeg ik het niet aan jullie mama,”
De meisjes keken hem glimlachend aan. Samen met meneer Zoet begonnen ze op te ruimen tot alles weer in orde was.

3 thoughts on “15 minuten verhaaltje

Comments are closed.