“Uhm… H.?” vroeg ik terwijl ik mijn hoofd door de deuropening stak. Ik zag huisgenoot H. een muur in onze wc te keer gaan met een verfborstel, iets wat de laatste tijd wel vaker voorkomt. Het hoort bij project “Leefbaar huis” oftewel het project waarbij we ons huis wat opkalefateren.
“Heeft je mama ontstoppingsmiddel in de afvoer van de wasbak in de keuken gedaan?” vroeg ik enigzins verbaasd.
“Nee, ze heeft dat middel in de gang gezet. Waarom?”
“Wel uhm… Ik wilde het water uit het bakje weg gieten en er zit geen druppeltje meer in,”
Ik moet zeer verbaasd hebben gekeken. Een beetje geschrokken zelfs. In stilte vroeg ik mezelf af of ik niet alles had gedroomd. Ik had toch wel degelijk drie keer gedweild gisteren? Drie uur geleden nog had ik een bakje water in de wc uitgegoten. Ja toch? Of moest ik mij beginnen zorgen maken over dementie op zeer jonge leeftijd?
“Ja, ik heb het ook gezien, maak je geen zorgen. Je hebt het niet gedroomd,” stelde huisgenoot H. me lachend gerust.
Daarop liep ik snel terug naar de keuken, opende de kraan vijf keer en nog steeds liep er geen water in het bakje onder het aanrecht. Ha! HA! We zijn er in geslaagd te koken én de afwas te doen, zonder één druppeltje in het bakje te krijgen. Vraag me niet hoe dat komt, maar des te beter zo. Misschien zijn de kaboutertjes hun werk komen doen. Hoedanook, die dweil, die blijft er toch nog even liggen hoor. Je weet maar nooit.
Zou het niks te maken gehad hebben met de buitentemperaturen? Van heel erg vriezen (en dus binnen ook vriezen) naar klein beetje vriezen (en dus binnen niet meer vriezen)?