Mijn mama is sinds een dik jaar een grote boekenworm geworden. Ze verslindt het ene boek na het andere. De ene keer als ik er eens langs ga, zie ik er Vochtige Streken van Charlotte Roche liggen, de andere keer ligt er De Vliegeraar van Khaled Hosseini en nu lag er Het Spel van de Engel van Carlos Ruiz Safon. En dan vertelt ze over de boeken die ze leest. Hoe prachtig ze Duizend Schitterende Zonnen vond of hoe verschrikkelijk traag Zout op Mijn Huid ging.
Vandaag vertelde ze dat ze nadat ze een boek heeft uitgelezen, ze die punten geeft. In een klein notitieboekje schrijft ze dan de titel neer en de auteur van het boek en vervolgens tekent ze er sterretjes bij. Vijf is de hoogste score. Ze haalde het boekje tevoorschijn en ik keek naar de titels van de boeken die ze dit jaar al had gelezen. Een stuk of vijftien stonden er in en blijkbaar was de mama niet al te gul met haar sterren. Duizend Schitterende Zonnen scoorde tot nu toe het hoogste. Het boek kreeg maar liefst vijf sterren en daarna had ze er in haar kenmerkende handschrift “prachtig!” bijgeschreven, inclusief uitroepteken, zo’n schitterend en meeslepend boek vond ze het.
En stiekem, heel stiekem, doe ik dat ook, de boeken die ik gelezen heb beoordelen met sterren. Ik doe het wel digitaal, maar dat is niet zo’n groot verschil. Een ster blijft per slot van rekening een ster, digitaal of analoog, maakt niet uit. Tsja… Soms valt de appel toch niet heel erg ver van de boom.