22 Mei komt zeer snel zeer dichtbij. Misschien herinneren jullie zich het niet meer helemaal, maar 22 mei zijn Het Vriendje en ik uitgenodigd op een trouwfeest en ik ben van plan op dat feest het Ceylon jurkje op dat feest te dragen. Zoals jullie misschien ook intussen hebben gemerkt is het opeens al 11 mei. Tien dagen heb ik. Twee weekends, waarvan er eentje iets langer duurt. De testversie, die voor alle duidelijk alleen uit het bovengedeelte bestaat, heb ik op een zondagmiddag in elkaar weten te steken. Waarschijnlijk had ik toen een helder moment. De cupcakes die ik tussendoor maakte op diezelfde zondagmiddag waren ook bangelijk goed gelukt. Er moet iets in de lucht gehangen hebben. Die IJslandse aswolk misschien?
Maar goed, ik ben naar de stoffenwinkel geweest, heb een paar keer zeer zwaar binnensmonds gevloekt door de prijzen en de kwaliteit van sommige stoffen. Ik ging normaalgezien voor gabardine gaan, een stof te vergelijken met katoen, maar iets zwaarder en met kleine ribbeltjes. De effen gekleurde katoentjes in de stoffenwinkel zijn namelijk nogal doorzichtig weet ik uit ondervinding. Alleen, die gabardine, die was er alleen in de schreeuwerige versie van paars, groen, geel, rood, oranje en oh ja, ecru. Ecru, aka gebroken wit, dat draag je niet op een trouwfeest. De bruid draagt wit. Gasten dragen alles behalve wit. Er was een polyestertje dat mijn aandacht trok, maar 100% polyester? Om te dragen? Da’s gegarandeerd een zweetfestijn.
Dus opteerde ik voor een van die effen gekleurde katoentjes, omdat daar wel het soort groen tussen zat dat ik wilde. Ik kan nu twee dingen doen. Heel het jurkje voeren, waarop mijn innerlijke naaister in haar pittige Engels “Hell fuck no!” roept (ik vermoed dat ik later nog wel eens zal vertellen over mijn innerlijke naaister en haar taalgebruik wat dan ook door mijn mond naar buiten floept). Of ik kan doen wat onze grootmoeders deden. Vroeger, beste lezertjes, deden onze grootmoeders iets wat wij niet meer zo heel erg vaak doen: een onderrok aandoen. Jawel. Onderrok. U leest het goed. Als je tussen de vintage patronen gaat kijken op Etsy of Ebay, dan kom je heel vaak patronen tegen voor onderjurken uit de jaren veertig. Ik begreep niet echt waarom de dames in de jaren veertig zoveel onderjurken nodig hadden, maar blijkbaar waren zij even luie naaisters als mezelve. Jurken en rokken werden zelden gevoerd. Dus als ze doorzichtig waren, dan werd er een onderjurk gedragen. Handig toch? Ik vermoed dat het wel eerder te maken heeft met de prijs van stoffen toen. Als je één onderjurk hebt, dan kan je dat onder verschillende andere kledingstukken dragen en moet je geen extra stof kopen voor voering, wat dus goedkoper uitkomt.
En toevallig, héél toevallig, was ik net al bezig aan een onderrok, zodat ik eindelijk mijn Ikea rokje kan dragen, want dat rokje is ook vrij doorzichtig. Alleen is die fokking satijnachtige stof zo fokking slipperig dat het heel de tijd beweegt onder mijn naald en GNNAHAHHA! Frustraties. Frustraties zeg ik u!
Maar goed. Ik hoop dat de Ceylon jurk in dit stofje lukt. We zien wel. Anders wordt het in de vuilbak gekeild en draag ik een van de kleedjes die al in mijn kleerkast hangen.
Succes met dat project!
Hopelijk lukt het… en dan zal de zon er waarschijnlijk ook goed gezind van worden én zich laten zien …
Oh, ik ben benieuwd!! Ik heb al 4m lichtblauwe stretchkatoen gekocht voor diezelfde jurk (waarvan ik het patroon nog moet bestellen 🙂 ), in ieder geval, stretchkatoen is redelijk dik en stevig en hoeft dus niet gevoerd te worden. normaal 9.80 euro, maar door de actie in de chien vert,nu de helft van de prijs, jeej!
Ik zou wel eens een vlieg willen zijn in jouw kamer als jij aan dat kleedje aan het werken bent … please sla me dan niet dood 🙂 Veel succes ermee! Ben zeker dat het je na het nodige gevloek en getier wel zal lukken. Enneh, ben zeer nieuwsgierig naar die innerlijke naaister 🙂