Iedere vakantie kom ik wel thuis met “een vondst”. Dat hoeft niet speciaal een of ander raar souvenier te zijn. Nee. Meestal is dat een steen die ik ergens heb opgeraapt of een notitieboekje waarop een of ander lokaal kunstwerk prijkt. Dit jaar was het een zakje van Dokter Oetker met Hjorthorns Salt. Een vertaling van het eerste woord moet ik jullie helaas schuldig blijven, het tweede woord kunnen jullie zelf wel ontcijferen. Om eerlijk te zijn zei de naam me eerst ook niet al te veel, maar de foto die op het zakje staat, die bracht duizend en een herinneringen terug naar boven aan mijn uitwisselingsjaar in IJsland. Kleinur.
Ik denk dat Het Vriendje even niet helemaal wist waar hij het had toen ik midden in de plaatselijke supermarkt dolenthousiast begon te roepen over kleinur. Want ja, kleinur, dat is iets wat de meesten onder jullie niet zullen kennen, maar ik heb daar kilo’s van gegeten toen ik in IJsland woonde. Ik kon dat ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds eten zonder ze beu te worden. En waarschijnlijk hebben die kleinur ook bijgedragen aan acht kilo’s die ik bijkwam dat jaar. Ahum.
Maar wat zijn dat nu, die kleinur? Het is gefrituurd deeg in een lange vorm met een gat in het midden (je kan ze zien op de foto). En zo belachelijk lekker. *kwijl* Mijn gastmama wist dat ik zot was van die dingen en had het recept opgeschreven en ergens… ergens… heb ik dat recept nog liggen. Ze heeft het opgeschreven in het IJslands. Ah ja. Er was altijd één ingrediënt dat ik niet kon ontcijferen. Eén. Drie keer raden welk. Juist ja. Hjorthorns Salt. Ik heb het even gegoogled en blijkbaar is het vlugzout. Ha!
En nu heb ik het! Ik kan het nog altijd niet vertalen, maar ik heb het!!! IK. KAN. KLEINUR. MAKEN. Alleen zou er een friteuse aan de pas moeten komen en laat ik zo’n onding nu net niet in mijn bezit hebben. Ooit. Ooit ga ik kleinur maken en dan ga ik ‘s morgens, ‘s middags en ‘s avonds kleinur eten. For old times’ sake.
De naam klinkt alsof je een hap aarde rechtstreeks in je mond zal steken, maar de omschrijving klinkt prima en we zijn intussen allen overtuigd van je culinaire (en andere) talent. En als ik je verhaal lees, kan ik zo je opwinding delen!
Klinkt lekker. Je mag ze altijd in mijn frietketel komen bakken! 🙂
haha, geweldig verhaal! Succes met het maken! 😉
Hihi… doet me denken aan mijn tijd in Spanje… Daar had ik ook een verslaving… Namelijk kaas met drie soorten melk gemaakt… Schapenmelk, koeienmelk en nog eentje, maar kan niet meer zeggen of het echt geiten was… En lekker dat dat is!! Vooral met confituur op zo’n geroosterd broodje uit een zak! 🙂 Jammie! En ja kaasmaken, dat zie ik mijzelf nog niet doen! 🙂
Dat lijken mij precies oliebollen met een gat in?? Misschien moet je eens de kermissen aandoen… 😉
super voor jou! enjoy!!
zo ben ik al heel lang aan het zoeken naar de juiste bosbessen snoepjes (tegen hoesten) die oma vroeger altijd kocht voor mij … wel Belgisch maar ik weet dus niet of ze nog gemaakt worden. bij De tuinen al 2 pakjes gekocht maar het zijn ze niet …
Als jij zorgt voor de ingrediënten en het recept, en ik voor de friteuse… Dan kunnen we samen smullen??? Klinkt alvast heerlijk!