Die andere NaNoWriMo vraag

De vraag die ik ieder jaar opnieuw krijg als ik begin te vertellen over NaNoWriMo is: “Maar wat doe je eigenlijk met die verhalen?”. Niks. Helemaal niks. Die staan ergens te blinken op mijn harde schijf en dat is het. Of ik ze eens wil laten lezen? Nee. Nope. Ik denk dat dat voor ieder van ons het beste is als die verhalen gewoon braafjes op mijn computer blijven staan. Het probleem is ook dat ik die verhalen vergeet. Ik kan me niet herinneren of ze ok of barslecht waren. Ik heb er enkel nog een gevoel erbij en dat gevoel wordt vaak slechter en slechter naarmate de tijd verstrijkt.

Het verhaal van 2008 was in 2008 leuk om te schrijven, maar ik krijg daar nu de wubbes van als ik er aan terug denk. Achteraf gezien was het allemaal een beetje te veel bij de haren getrokken en te voorspelbaar. Plus, ik ben maar tot in het midden van het verhaal geraakt. Ja, dat zijn 50.000 woorden en er zouden er nog 50.000 bij moeten. Ik denk dat ik mezelf dat bespaar.

Het verhaal van 2009 was in 2009 leuk om te schrijven, maar ik heb hier en daar toch serieuze steken laten vallen. Op de koop toe heb ik bepaalde stukken daarin héél lang moeten rekken om aan de 50.000 woorden te komen. Een wereld waarin ongeveer 90% van de mensheid is uitgeroeid en je welgeteld drie personages hebt waarmee je kan spelen… Zucht. Geheel en volledig onder het motto: “Maakt het u anders moeilijk, Verhetsel”. Het leuke aan 2009 was wel dat ik dat verhaal in boekvorm heb staan in de boekenkast. Ik heb het nooit zelf gelezen, maar het staat daar. Jaja, ik schreef al boeken nog voor het hip en trendy was. 😛

Het verhaal van 2010 was in 2010 leuk om te schrijven en het is een verhaal waarbij ik nog steeds een zeer fijn gevoel heb. Als er een verhaal is waarmee ik misschien ooit een keertje iets ga doen, dan zal het waarschijnlijk dit zijn. Het eerste hoofdstuk is ooit nagelezen geweest door een vriendin, maar verder dan dat ben ik nooit geraakt. Ik heb met dit verhaal wel de 50.000 woorden gehaald, maar ik heb het verhaal nooit afgerond. Schaamtelijk, ik weet het. Plus, ik maakte de grote fout om van mijn hoofdpersonage een meisje te maken die niet mag praten, wat er dus voor zorgt dat er belachelijk weinig dialoog is. Opnieuw onder het motto: “Maakt het u anders moeilijk, Verhetsel,”

Het verhaal van 2011 was in 2011 leuk om te schrijven, maar er staan kemels van plotfouten in. Om maar een voorbeeld te geven: in het eerste deel van het boek wordt er verwezen naar een slechterik met naam X. Tegen dat de slechterik terug in de kijker kwam, was ik al lang zijn naam vergeten en heet hij vanaf een bepaald punt dus gewoon naam Y. Mjah. Foute boel dus. Op zich was het geen slecht verhaal. Misschien hier en daar wat uitgerokken. Misschien hadden de personages wat beter uitgewerkt kunnen worden. Mits wat eindredactie zou het er nog ok uit komen, vermoed ik.

Langs de andere kant denk ik soms dat ik die verhalen gewoon ergens online moet gooien, zodat mensen met een e-reader die kunnen downloaden en lezen. Als mensen vrijwillig boeken als Twilight en Fifty Shades of Grey lezen, dan zullen er misschien ook mensen zijn die een schurk die van naam verandert, niet zo heel erg vinden. Of die voorbij de spellings- en grammaticafouten en de rare zinsconstructies en zo lezen. Lalala.

2 thoughts on “Die andere NaNoWriMo vraag

  1. Ik vind dat eigenlijk wel straf dat je er dan gewoon aan begon zonder de bedoeling om het ooit te laten lezen. Ik ben in het verleden al meermaals aan een boek begonnen, maar afwerken is er (nog) nooit van gekomen, ook al kriebelt het vaak …

Comments are closed.