Het leven uit dozen en tot voor kort ook zonder internet betekende dat mijn entertainment beperkt werd tot lezen. Dat is absoluut geen klacht. Integendeel. Ik doe niets liever. Een tijdje terug zag ik de eerste trailer van The Great Gatsby, de nieuwe verfilming, en het was toen dat ik besloot dat ik die literaire klassieker toch maar een keertje moest lezen. Liefst voor ik de film zou zien, natuurlijk.
Nick Carraway huurt een klein huis tussen de vele grote huizen in Long Island. In de riante villa naast zijn kleine huis, woont een mysterieuze jonge man, Gatsby, die ieder weekend fantastische feesten geeft waar honderden mensen op afkomen. Het maakt niet uit of ze uitgenodigd zijn of niet, ze zijn er om te feesten. Het zijn per slot van rekening de roaring twenties. De champagne vloeit er rijkelijk ook al is de drooglegging van kracht. Tijdens de periode dat Nick naast Gatsby woont leert hij zijn buurman kennen, maar hij weet hem nooit helemaal te doorgronden. Er doen allerhande geruchten de ronde over deze man. Nick ontdekt dat Gatsby voor de Eerste Wereldoorlog een relatie had met Nick’s achternicht Daisy, maar toen Gatsby niet meteen terug kwam trouwde zij met een andere man. Nu wil Gatsby niets liever dan haar terug te winnen voor hem en toevallig of niet woont Daisy aan de andere kant van de baai.
Dit boek leest als een soaproman. Intriges! Affaires! En jawel, moord. Moord! Op de koop toe is het een zeer kort boek en lees je het uit in no time. Af en toe had ik wat moeite met bepaalde woorden, want hey, het is geschreven in de twenties en bepaalde zaken zijn niet meer helemaal van onze tijd, maar je kan er altijd wel iets bij verzinnen. Na het lezen van het boek ben ik héél nieuwsgierig naar de film.
Handig om te weten dat het boek goed is! 🙂
Ik was sowieso van plan om naar deze film te gaan, want: Leo DiCaprio, maar nu ben ik nog meer benieuwd!