Ik ben zo iemand die dingen opraapt voor mensen. Het is een bezigheid als een ander. Als een oud meneertje of een mama met vier jengelende kinderen iets laat vallen op straat of in de supermarkt, dan sta ik paraat om te helpen. Het is zo’n klein gebaar, maar het kan een grote hulp zijn.
Iedere dag loop ik door de Leuvense winkelstraat op weg naar het station. Er is een rustigere route, maar stiekem hou ik er wel van om naar al die winkelende mensen te kijken terwijl ik onderweg ben naar huis. Vandaag zag ik de jonge mama met de koets die plaats bood aan twee kinderen al van ver aankomen. Tijdens de lunch had ik nog met een vriendin gepraat over haar zus die een drieling verwachtte. Een drieling. Jawel. U leest het goed. Een. Twee. Drie. Een tweeling lijkt me al een ware nachtmerrie. Ik spreek niet uit ervaring, maar ik vermoed dat je je handen al meer dan vol genoeg hebt met één uk. Wat moet je dan in godsnaam gaan aanvangen met meerdere exemplaren die tegelijk huilen, gevoed moeten worden, stinkpampers hebben,… ?
Toen er een flesje uit die koets-voor-twee viel en het dopje mijn kant uit stuiterde, bukte ik me meteen om het op te rapen. Dat is blijkbaar dus iets wat ik automatisch doe. Een bezigheid als een ander, zeg maar. De jonge mama nam het dankbaar aan en ik liep verder. Ik was nog geen twee stappen verder of ik hoorde haar me nog: “Wilt ge ook geen baby meenemen?” vragen. Ik draaide me om, om te zien of ik het wel goed had gehoord en daar naast de koets stond de oma van de tweeling in kwestie. Ze keek me lachend toe en schudde haar hoofd. Ik moest er zelf ook om lachen en liet weten dat ik toch liever paste voor dat geweldige aanbod.
Terwijl ik verder wandelde naar het station (babyloos) hoopte ik dat de jonge mama op termijn zou inzien dat haar twee spruiten veel beter af zijn bij haar dan dat ze ooit zouden af zijn bij mij. En ik heb van horen zeggen dat die slapeloze nachten, stinkpampers en aanverwanten van vergankelijke aard zijn, hoewel ik vermoed dat dat nu voor die jonge mama een zeer magere troost is.
Maar echt, chapeau voor alle ouders van meerlingen. Nee, wacht, eigenlijk chapeau voor alle ouders tout court. Eenling. Meerling. Maakt niet uit. De slapeloze nachten, het gehuil, de stinkpampers, de zorgen,… Ik doe het jullie niet na. Respect dus.
Hebben jullie al een keertje een baby aangeboden gekregen van een volledig onbekende of is dat weer zo een situatie die alleen maar mij kan overkomen?
Foto: Unsplash. Also: wie had ooit gedacht foto’s van baby’s tegen te komen op deze blog? Ik alleszins niet.
Haha, nooit aangeboden gekregen, maar zeker wel aan willen bieden 😉
Nu niet meer, nu zijn mijn mannen 7 en 9 jaar en heerlijk om om me heen te hebben 🙂
Maar het is waar: de eerste maanden (jaren!) met een kind zijn topsport.
Kersvers moeder zou ik van zijn leven geen van mijn kinders afstaan , hoe lief je er ook uitziet ?
Je mag altijd eens komen babysitten 😉 En geloof me maar, niet alle baby’s zijn huilbaby’s en houden je ‘s nachts wakker. De stinkpampers … die zijn overal hetzelfde vrees ik.
Hihi, leuk verhaal 🙂
haha, dat is een grappig verhaal 🙂 jij nooit kindjes dan? 😉 wel lief van je compliment! Soms zou ik ze ook wel effe willen weggeven, nu twee dochters op een leeftijd waarbij het de ganse dag door jengelen en ruzie maken is, dus best heftig… Maar ze kunnen ook zo lief zijn 🙂
Ik denk dat zo’n dingen alleen jou overkomen ;)!
Heel leuk blogbericht!
Ook ik heb net als jij heel veel bewondering voor ‘ouder zijn’!
Dat nog niet, maar binnen anderhalve maand gaan ze me een baby aanbieden die vanaf dan altijd de mijne zal zijn.
Ook een bijzonder vreemde gedachte!
Maar dat is de objectieve kant. En die verdwijnt gewoon eens de baby in kwestie de jouwe is. Daar is niks objectief meer aan, alleen liefde die groter en onvoorwaardelijker is dan wat je ooit eerder hebt gevoeld. Hoe hard ze soms ook stinken 😉 En ik heb al 21 maanden geen nacht meer doorgeslapen trouwens en toch typ ik dit hier met de smile. Ook al zou ik ze soms zo achter het behang plakken…
Wat een geweldig bericht! Had je na moeten gaan als je je omkeerde en met gespreide armen zei: ‘Ja hoor, geef die baby maar hier.’ Dan had die vrouw vast even op haar neus staan kijken.
Omgekeerd is mij wel al een paar keer gevraagd of ik ze niet verkoop of dat ze te koop is.
Dan zeg ik altijd dat ze ‘onbetaalbaar’ is :-).
En ik ben blij dat ze hier allemaal één per één gekomen zijn.
Twee of drie tegelijk lijkt me iets teveel van het goede.