Eind 2015 las ik Waar het licht is van Jennifer Niven. Dat boek was zo populair in de YA community dat ik niet anders kon dat het ook te lezen. Het was een zwaar boek. Een heftig boek. En misschien niet, maar het dankwoord trok me helemaal over de streep. Toen ik het nieuwe boek van Jennifer Niven zag, Holding up the universe, heb ik getwijfeld. Maar dat was blijkbaar nergens voor nodig.
Libby is jarenlang thuis onderwezen nadat ze ooit met een kraan uit haar huis is moeten gehaald worden. Ze stond en staat helaas nog altijd bekend als de dikste tiener van de Verenigde Staten hoewel ze al heel wat gewicht kwijt is. Jack is de lolbroek van de high school, maar hij draagt een groot geheim met zich mee. Hij kan geen gezichten herkennen. Daarom moet hij altijd vriendelijk zijn tegen iedereen en mag hij zich nooit te hard hechten aan iemand. En nu is Libby klaar om voor het eerst sinds lange tijd terug naar een echte school te gaan. Daar kruist haar pad het pad van Jack en leren ze elkaar kennen. Misschien niet meteen op de beste manier, maar langzaam maar zeker leren ze elkaar beter kennen en groeien ze naar elkaar toe.
Ja, het is een fluffy boek. Ja. Het is een lief boek. Lief en schattig en hartverwarmend en al die dingen. Maar het gaat ook over anders zijn en je plekje in de wereld zoeken. En ik vermoed dat zowat iedere tiener daar mee worstelt. Niet iedereen krijgt de titel dikste tiener van de Verenigde Staten of kan geen gezichten herkennen. Niet iedere tiener moet met zo’n last door het leven gaan. Die eeuwige zoektocht naar je eigen plekje in de wereld is voor iedere tiener hetzelfde. Dat maakte voor mij het boek ook herkenbaar.
Ik was trouwens helemaal mee met de personages en hun relatie. Echt. Sowieso ben ik fan van relaties die zich heel langzaam opbouwen, van vriendschappen die liefde worden en relaties die misschien niet onder de juiste omstandigheden beginnen (denk Pride and Prejudice). Dit is zo’n boek. Ik dacht dat ik nog tien procent te gaan had in het boek toen ik opeens het dankwoord tegenkwam en toen heb ik gevloekt, want ik wilde lang nog geen afscheid nemen van Libby en Jack. Ik had helemaal geen nood aan het eerste hoofdstuk van Waar het licht is, want dat boek had ik al gelezen. Ik had meer Libby en Jack nodig potdekke.
Net zoals bij Waar het licht is heeft Jennifer Niven weer een mooi boek geschreven, dat weer vertrokken is vanuit haar eigen ervaring of de ervaring van mensen die dichtbij haar staan (ik lees nog steeds de dankwoorden, yup). Je merkt het wanneer een auteur schrijft vanuit zijn of haar eigen ervaring. Dat maakt zo’n verschil, vind ik.
De Engelse versie van het boek is intussen al een tijdje beschikbaar. Je kan het onder andere op Bol vinden. Daar kost de papieren versie €8,99 en de digitale versie €6,99. De Nederlandse versie, Op mijn schouders, zit er aan te komen. Je moet nog even wachten tot april, maar je kan het boek alvast reserveren voor €19,99 onder andere bij Bol.