Het geboorteverhaal van Beebje is een beetje uitgebreider dan enkel het bevallingsverhaal. Er ging namelijk een hele historie aan vooraf. Eéntje waardoor ik stiekem al twee dagen op voorhand werd opgenomen in het ziekenhuis, zonder dat ik in arbeid was. Dus laten we daar beginnen, voor ik aan mijn eigenlijke bevallingsverhaal begin.
Ik heb vier dagen die vooraf gingen aan de geboorte in dit blogbericht omschreven. Even vier dagen omschrijven in een blogbericht wil zeggen dat het een héél lang blogbericht is. Meer dan drieduizend woorden om exact te zijn. Als je het niet helemaal wil lezen, geen probleem. No hard feelings. Ik heb het uiteindelijk toch meer voor mezelf geschreven om het te kunnen onthouden, maar het heeft zo’n hoog soap-gehalte (een ziekenhuis-soap vooral), dat ik het jullie niet wilde onthouden.
Ons Meneertje werd uiteindelijk geboren op 17 oktober, maar dit verhaal begint al op vrijdag de dertiende. Uiteraard. Hoe kan het anders.
Vrijdag 13 oktober 2017
Vrijdag dertien oktober had ik namelijk ‘s ochtends een afspraak bij een voetreflexologe in de buurt. Het was de eerste keer dat ik zoiets zou doen, maar als meerdere vroedvrouwen je op het hart drukken dat dat eigenlijk één van de weinige dingen is dat écht werkt om de arbeid op gang te brengen, sja… Dan ga je ervoor. Ik zat namelijk tegen een inleiding aan te kijken. Mijn gynaecoloog wilde me eigenlijk toch liever niet voorbij die veertig weken zien gaan met mijn zwangerschapsdiabetes. We hadden er uitgebreid over gepraat en waren uiteindelijk samen overeen gekomen dat als Beebje er niet was voor z’n uitgerekende datum, hij die dag zou ingeleid worden. Het was een kwestie van geen onnodige risico’s te nemen. Maar als ik het allemaal natuurlijk in gang kon krijgen, dan was dat mooi meegenomen. Vandaar dus de voetreflexologe.
Ik begrijp nog altijd niet helemaal wat voetreflexologie is of hoe het exact werkt. Iets met energiebanen en Yin en Yang. Het is een beetje hocus pocus voor mij, maar één ding staat vast, het was zowat de beste massage die ik ooit heb gehad. In de praktijk van de voetreflexologe stond een rustig muziekje op met wat vogelgeluidjes, het was er lekker warm en een waterig zonnetje scheen door het raam naar binnen. Ik had verschrikkelijk geslapen die nacht, dus toen ik languit mocht liggen op de massagetafel en een dekentje over me heen kreeg, wist ik dat de kans zeer zeer groot was dat ik in slaap zou vallen. En het scheelde echt niet veel.
Nadat de voetreflexologe haar ding had gedaan, vroeg ze of ik misschien naast zwangerschapsdiabetes ook iets had aan mijn nieren. “Nee,” antwoordde ik verbaasd, want met mijn nieren heb ik eigenlijk nog nooit last gehad. “Nee, ik drink veel water dus ik hoop dat mijn nieren in orde zijn,”. Ook voelde ze iets te hoogte van mijn maag, maar dat kon ook mijn pancreas zijn, liet ze weten. En een pancreas, die heeft iets te maken met diabetes, toch? Opnieuw liet ik haar weten dat ik geen last had aan mijn maag. Ik had nooit last gehad van ochtendmisselijkheid en voelde me eigenlijk prima.
Maar uiteraard had ze zich vooral gericht op dat ene punt om de arbeid in gang te zetten. Ze had het uitgebreid gemasseerd en liet me zien hoe ik het zelf thuis ook kon verder masseren, zodat ik alles misschien zelf wel in gang kon zetten. Wie weet.
Gezwind en vol goede moed verliet ik haar praktijk. De schoonmama stond me thuis op te wachten om nog een middagje getting shit done te doen voor Beebje kwam. We zouden inkopen gaan doen, het huis van boven tot onder kuisen,… Maar al snel voelde ik de vermoeidheid toeslaan. Ik stak het op mijn slechte nachtrust. En hey, 39 weken zwanger zijn op zich is al vermoeiend genoeg. Als je dan ook nog eens van alles in het huishouden wil doen, sja… Dan weet je dat je eigenlijk misschien een klein beetje te veel hooi op het vork aan het nemen bent.
Uiteindelijk deed ik die middag nog een flinke dut, maar zelfs die gaf me niet de nodige energie die ik nodig had om de rest van de dag door te komen. ‘s Avonds slaagde ik er nog in om spaghetti te maken, maar daarna was de kaars uit. Het was zelfs zo erg dat ik mijn bord spaghetti niet op kreeg. De helft liet ik achter mijn kiezen verdwijnen. De andere helft moest ik laten voor wat het was. Spaghetti is één van mijn favoriete maaltijden. Ik zou er op kunnen overleven. Het feit dat ik mijn bord niet eens leeg kreeg, had een duidelijk signaal moeten zijn dat er iets mis was met mijn lijf.
Ik kroop die avond wel heel vroeg in mijn bed met het idee dat eens goed uitrusten wel zou helpen. Die nacht stond ik verschillende keren op (wat niet abnormaal is zo op 39 weken zwanger) en voelde ik me nog altijd niet optimaal. Het was die nacht dat ik voor het eerst de menstruatie-achtige krampen voelde. Was dat niet hoe mensen vroege weeën omschreven? Die voetreflexologie had dan misschien toch iets in gang gezet! Dus wie weet was dat wel de reden waarom ik me niet zo geweldig voelde. Misschien was dit gewoon de start van mijn arbeid! Hell yeah!
Zaterdag 14 oktober 2017
De volgende ochtend leek ik me terug wat beter te voelen, maar nog steeds niet optimaal. De krampen die ik eerder die nacht had gevoeld, waren precies verdwenen als sneeuw voor de zon. Toch probeerde ik het zaterdag nog altijd rustig aan te doen. Ik at kleine beetjes, want veel honger had ik eigenlijk niet. Ik deed nog een flinke dut. Ik vouwde wat was. En het viel me op dat ik het opmerkelijk warm had heel de tijd. Het was duidelijk dat ik me helemaal niet lekker voelde, maar ik was te koppig om er iets aan te doen. Zo gaat dat dan. Ik ging ervan uit dat het een klein griepje was en dat het wel weer zou overgaan.
‘s Avonds aten we de restjes van de spaghetti. Na vier happen had ik alweer genoeg. Het smaakte me niet. Er hadden tienduizend alarmbellen moeten afgaan in mijn hoofd, maar ik bleef koppig verder doen. Ik begon me opnieuw slechter te voelen. Geen idee hoe het bij jullie zit, maar als ik me slecht voel, dan neem ik een warm bad. Dus dat deed ik dan maar. Ik nam een heerlijk warm bad en voelde me daarna wel een beetje beter. Goed genoeg om nog een boterham met pindakaas te eten (lekker veel energie!). Om acht uur kroop ik dan maar mijn bed in. Mijn lijf had duidelijk rust nodig om te herstellen, dus dan zou ik het dat geven.
Rond elf uur werd ik nat in het zweet wakker. Ik had het bloedheet en voelde me nu echt verschrikkelijk. Normaal gezien probeer ik het nemen van medicatie zo lang mogelijk uit te stellen, vooral in mijn zwangere toestand, maar nu was het wel de hoogste tijd voor een dafalgan. In de badkamer nam ik dan ook even mijn temperatuur. Normaal gezien heb ik een vrij lage lichaamstemperatuur, maar nu verscheen er 37,5 op het schermpje. Technisch gezien is het geen koorts, maar naar mijn doen was het toch een serieuze temperatuursverhoging. Ik maakte Het Vriendje wakker en vroeg hem wat we moesten doen. Was dit genoeg om mee naar het verloskwartier te gaan? Het leek eerder op een griepje, maar de menstruatie-achtige krampen hadden wel weer de kop opgestoken.
We besloten te bellen naar het verloskwartier. Ik legde de situatie uit: 39 weken zwanger, kotsmisselijk, verhoogde temperatuur, krampen. Aan de andere kant van de lijn werd gezegd dat de buikgriep de ronde deed en dat ze liever geen besmetting binnen wilden krijgen op het verloskwartier, wat volledig begrijpelijk was. Misschien was het best om eerst even langs de huisarts van wacht te gaan.
Dus zo geschiedde. Om half twaalf ‘s nachts sprongen Het Vriendje en ik de auto in en reden naar Leuven centrum om daar bij de huisarts van wacht langs te gaan.
Zondag 15 oktober 2017
Het was gelukkig niet al te druk bij de huisarts van wacht. Na een halfuurtje wachten was het aan ons en konden we de situatie even uitleggen aan de dokter. Hij liet me in een potje plassen en ontdekte daarin toch wat eiwitten, wat eerder nog was voorgevallen. Maar mijn bloeddruk was wel opvallend hoger, wat een teken van een zwangerschapsvergiftiging kan zijn, hoewel ik geen andere symptomen had.
De dokter liet me vervolgens op de onderzoekstafel plaatsnemen en voelde aan mijn buik.
“Voelde je dat?!” vroeg hij lachend, “Dat was een contractie!”
“Echt?” antwoordde ik ietwat verbaasd, “Ik heb niks gevoeld”,
De man moest er om lachen en ik bleef een beetje verdwaasd achter. Ging ik zo één van die vrouwen zijn die al aan tien centimeter ontsluiting zou zitten zonder er iets van te merken? Het zou me verbazen. Ik en pijn, wij zijn meestal niet de beste vrienden. Het Vriendje en ik hadden het al vaak over mijn pijngrens gehad en wat we zouden doen met pijnmedicatie tijdens de bevalling. Zelf was ik niet meteen voorstander van een epidurale, maar ik zou niet de martelaar uithangen. Daar kwam het op neer.
De huisarts van wacht schreef uiteindelijk een doorverwijzing naar het verloskwartier omdat hij toch niet echt de indruk had dat het om een buikgriep ging. Ik denk dat die ene contractie hem misschien over de streep trok om me toch door te sturen. Dus eens we terug in de auto zaten, belde ik naar het verloskwartier om te zeggen dat we onderweg waren.
Van Leuven centrum naar het verloskwartier van het ziekenhuis is gelukkig maar een kwartiertje rijden. Een kwartiertje waarin Het Vriendje en ik ons afvroegen of dit hét was. Of we binnenkort ons Beebje in onze armen zouden houden. We besloten dat we er allebei klaar voor waren en de vluchtkoffer hadden we ook bij ons, dus als het vannacht zou gebeuren, dan waren we klaar. Misschien was het dan toch allemaal natuurlijk in gang geschoten.
Met een klein hartje liepen we het ziekenhuis binnen en gingen we rechtstreeks naar het verloskwartier waar we nogmaals de situatie uitlegden. Intussen had ik het nog steeds verschrikkelijk warm en was ik aan het zweten als een paard. Ik kreeg een bed toegewezen in de monitorruimte en werd aan de monitor gehangen. We hadden dat de afgelopen weken wel al vaker gedaan ter opvolging van de zwangerschapsdiabetes, dus we konden zelf zien dat ik af en toe een contractie had die inderdaad samenliep met het menstruatiekrampgevoel dat ik af en toe had. Desondanks dat ik me nog altijd niet bijzonder geweldig voelde en mijn maag begon op te spelen, voelde ik me al bij al mentaal wel in orde.
Er werden verschillende testen gedaan. Ik lag twee keer aan de monitor, er werd bloed geprikt en uiteindelijk werd er ook een echo gedaan om te zien of alles wel in orde was met dat Beebje van ons. Beebje deed het goed, maar mijn bloed vertelde dat het met mij iets minder ging. Blijkbaar waren sommige mensen verbaasd hoe goed ik mij hield. Achteraf pas besefte ik waar die reacties vandaan kwamen. Ik dacht op dat moment nog altijd dat het een buikgriepje was. Iets dat vanzelf wel zou overgaan met wat rust en de nodige goede zorgen. In mijn bloed was een heel ander verhaal te lezen, alleen zei niemand het toen nog niet met zoveel woorden.
Er werd besloten dat ze me toch nog graag even ter observatie in het ziekenhuis wilden houden. Om half vijf ‘s ochtends keerde Het Vriendje naar huis met het voorschrift voor een medicijn dat in heel het ziekenhuis niet meer te vinden was. En ik bleef in dat bed op het verloskwartier liggen omdat er geen bedden meer vrij waren op de dienst gynaecologie. Het lukte me om toch nog twee uurtjes te slapen voor ik weer wakker werd.
Die ochtend kwam mijn eigen gynaecoloog ook even langs. Ze had net een bevalling gedaan en was op het verloskwartier. Op dat moment dacht ik nog altijd dat ik terug naar huis zou mogen gaan om uit te zieken. Maar de gynaecoloog keek bezorgd. De keren dat we bij haar waren geweest hadden we vaak grapjes gemaakt en was het een goedlachse dame geweest. Nu viel daar weinig van te merken. Ze zei dat een bepaalde infectiewaarde verhoogd was en dat ze me toch liever nog even in het ziekenhuis wilde houden. Ze wist dat ik geen flauwe mie was, dus moest het een buikgriep geweest zijn, dan had ze me wel terug naar huis gestuurd, zei ze.
Later die ochtend werd ik dan naar de dienst gynaecologie gebracht waar een kamer was vrijgekomen. Het Vriendje kwam langs met dat ene medicijn en nog wat kleren en aanverwanten voor mij. Een assistent gynaecologie had gezegd dat ik waarschijnlijk maandag wel weer naar huis zou mogen gaan, maar ik baalde zo hard dat ik met zo’n mooi weer binnen moest zitten in het ziekenhuis.
Ik merkte dat mijn lijf nog altijd niet helemaal in orde was. In tegendeel, het leek zelfs erger te worden. Van mijn middagmaal kreeg ik vier lepels soep en een yoghurt naar binnen. De rest raakte ik zelfs niet aan. Van zodra ik ging liggen, raakte mijn maag van slag en de misselijkheid was er ook niet meteen minder op geworden. ‘s Middags begon de diarree dan ook en tegen de avond kreeg de diarree gezelschap van overgeven. Ik was al die tijd zo trots geweest op het feit dat ik de wc-pot nooit van dichtbij had moeten aanschouwen deze zwangerschap, maar daar kwam dus op 39 weken en drie dagen verandering in. Boe.
Maandag 16 oktober 2017
Vlak na middernacht had ik een kots-en-diarree-sessie die ik misschien beter niet beschrijf hier. Kwestie van de gevoelige zieltjes niet te shockeren. Maar het was zo’n intensieve sessie dat ik de nachtverpleegster belde en vroeg wat we konden doen, want ik was kapot. Ik kreeg een glas cola zonder bruis (echte cola, mind you, er werd even geen rekening gehouden met die zwangerschapsdiabetes), nog wat tegen de misselijkheid en er werd een infuus gestoken zodat ik toch iets van vocht binnen kreeg.
Nadat het infuus werd gestoken sliep ik toch nog een paar uur en tegen de ochtend voelde ik me weer een pak beter. Het was maandag. Vandaag mocht ik misschien naar huis. Dan kon ik de stickertjes voor de doopsuiker verder afwerken en misschien nog wat naaien. Het overgeven leek gestopt te zijn, maar de diarree bleef helaas. Maar Kathleen, de eeuwige positivo, zag dat allemaal wel weer in orde komen. Binnen de kortste keren zou ik weer thuis zijn en zou ik kunnen uitrusten voor de inleiding op donderdag.
De rest van de dag was eerder zonder al te veel ontwikkelingen. Ja, de diarree bleef. Nee, ik kon nog altijd niet veel eten. Ja, ik was eigenlijk wel wat verzwakt na die paar dagen. En nee, die misselijkheid was ook nog altijd niet weg.
Ik werd nog eens aan de monitor gehangen en de contracties die zo duidelijk zichtbaar waren de nacht van zaterdag op zondag waren helemaal verdwenen. Beebje bleef het goed doen desondanks alles en dat stelde me wel gerust. Ik probeerde te rusten, keek een aantal afleveringen van Jane the Virgin op Netflix, bepotelde mijn smartphone alsof mijn leven ervan afhing en lag me eigenlijk voornamelijk te vervelen. Opnieuw was het prachtig weer en kon ik alleen maar van het zonnetje genieten vanachter glas.
Rond de middag kwam er een assistent gynaecologe binnen. Ik vroeg aan haar wanneer ik terug naar huis mocht gaan. Zij liet weten dat ze het zou bespreken met mijn gynaecoloog, maar iets in haar stem zei me dat het niet voor vandaag zou zijn. En ik vloekte eens goed. En liep nog eens naar de wc gevolgd door mijn trouwe infuus die ik intussen Wilson was gaan noemen.
Tegen 18u kwam mijn eigen gynaecologe binnen samen met de gynaecologe die die middag was langsgekomen. Opnieuw zag ze er eerder ongerust uit. Ze legde uit dat mijn witte bloedcellen waren verbeterd, maar dat mijn infectiewaarde maar niet daalde. Integendeel, die ene infectiewaarde was zelfs verdubbeld. Plus er was nog een extra infectiewaarde aan mijn nieren bijgekomen. Eén die ze liever niet zag opduiken bij zwangere vrouwen. Het kwam er min of meer op neer dat mijn lijf uit elkaar aan het vallen was.
Ze kon niet helemaal uitleggen wat het was, misschien een atypische zwangerschapsvergiftiging, misschien iets anders, maar het was duidelijk dat Beebje eruit moest. Natuurlijk wist ze dat ik niet helemaal pro inleidingen ben, maar als je het nieuws krijgt dat je lijf uit elkaar aan het vallen is, dan kan dat je net iets minder schelen. Bij mij stonden veiligheid en gezondheid altijd op één. Zowel mijn veiligheid en gezondheid als die van mijn Beebje.
“Ik wilde voorstellen om je vanavond in te leiden,” zei de gynaecoloog, “En dan ga je waarschijnlijk morgen bevallen,”
Ik liet het even bezinken, maar stemde al snel toe.
“Zeventien oktober tweeduizendzeventien was toch altijd één van onze favoriete datums voor de geboorte van ons kindje,” lachte ik. En dat was het ook. Het Vriendje en ik hadden een aantal favoriete geboortedatum. 07.10.2017, 10.10.2017 en 17.10.2017, voornamelijk omdat ze zo lekker bekten. En toevallig kenden we ook een aantal zeer fijne mensen die verjaren op 17 oktober. Als ons Beebje een even fijn mens bleek te zijn als die mensen, dan zaten we goed.
Dus zo werd besloten dat ik die avond ingeleid zou worden. Om acht uur zouden ze me naar het verloskwartier brengen en dan zouden ze daar dingen in gang zetten zodat mijn vliezen tegen de ochtend gebroken konden worden als ze tegen dan al niet zelf gebroken waren. Maar eerst voelde de gynaecologe of ik al wat ontsluiting had. Net als de nacht van zaterdag op zondag had ik de volle één centimeter ontsluiting. Beter iets dan niets.
Meteen na het bezoekje van de gynaecoloog belde ik Het Vriendje om te zeggen dat het Go time was. Zijn mama was ook thuis om nog wat zaken op orde te brengen en in allerijl hebben ze met hun tweetjes nog allerlei spullen bij elkaar gezocht. En Kir zou ook nog even op ziekenbezoek komen. Zij en de schoonmama waren dus als eerste op de hoogte van de inleiding.
Het was fijn om nog even bezoek te krijgen voor ik begon aan die inleiding, want heel even konden Het Vriendje en ik nog bezig zijn met andere dingen. Er werd gepraat en gelachen en er was daardoor geen tijd om te stressen. Natuurlijk waren er de nodige zenuwen, maar ik wist dat ik in goede handen was. Uiteindelijk kwam een verpleegster ons om half negen halen en werden we naar het verloskwartier gebracht.
Dat is een lang en spannend verhaal. Hopelijk gaat alles nu goed met jou en Beebje?
Amai seg… best wel heftig hoor!
‘gevolgd door mijn trouwe infuus die ik intussen Wilson was gaan noemen’ Schitterend! Lang geleden dat ik Cast Away heb gezien, maar die ene scène ben ik toch niet vergeten. Ik ben benieuwd naar de restvan het verhaal, maar ben wel blij om te weten dat alles uiteindelijk goed is gekomen.
Amai. Dat is alvast een boterham, en dat belooft er eentje met dubbel beleg te worden. Grappig hoe ik dat dan lees op het puntje van mijn stoel, terwijl ik – gelukkig – weet dat het eindigt met ‘daar was hij, en iedereen leefde nog lang en gelukkig’. 😉
Heftig allemaal! Chapeau om het zo goed te doorstaan!
Ooooh, ik kreeg een vermelding in het pre-bevallingsverhaal! Apetrots ben ik nu en je weet voor ontspannende babbels of baby’s in heerlijk comateuze slaapjes krijgen= één adres. Ik ben maar een telefoontje van jullie verwijderd.
Ohnee Kathleen, dat is echt heftig. Zeker omdat er niet echt duidelijkheid was wat er precies aan de hand was… Ik hoop dat de bevalling op zich vlotter is gegaan? En dat je ondertussen geleidelijk aan gerecupereerd bent?
Groetjes!
Helemaal gelezen! Wat een verhaal… Erg benieuwd naar het vervolg…
Ik ben blij dat ik nu al weet dat alles goed afloopt! En heerlijk dat je je infuus een naam geeft.
Jeetje wat een verhaal zeg! En zalig dat je je infuus een naam gaf 🙂
Wat een spannend eerste hoofdstuk in Beebje’s boek! Wat een schitterende begeleiding, super dat alles zo mooi terecht kwam. Hopelijk heb je sindsdien ook geen complicaties meer gehad, en is alles helemaal terug in orde qua infectiewaardes?
wat een “leuk” verhaal om te lezen, en die leuk is gewoon omdat het dan wel tof om lezen was, maar de inhoud nu niet echt helemaal past bij het woord ‘leuk’. Maar je snapt hopelijk wel wat ik bedoel. Toen je dat vermeldde van de voetreflexologe voelde ik precies al dat dat een clou was voor het verhaal… gek eigenlijk hoe die zulke dingen dan toch wel voelen! In elk geval ben ik benieuwd naar het vervolg, en alvast heel blij dat alles goed is afgelopen 😉
Ben je de verpleging en dokters vervolgens ook bijnamen beginnen geven? Dat deed ik dus vroeger als kind -en ik ben die bijnamen ook als tiener blijven gebruiken. Ok, als volwassenen ook nog steeds maar ik deed het uiteraard wel wanneer ze het niet hoorden. Al had die darmspecialist er waarschijnlijk nog eens goed mee kunnen lachen. Die kwamen ‘s avonds soms ook mee naar Married with Children kijken wanneer ik in isolatie lag. Geweldige mens die dokter die André noemde maar klein van postuur waardoor ik hem dezelfde naam gaf als mijn lievelingsbeer Dréke.
Ohoo, wat een verhaal. En wauw dat je daar zo rustig in blijft (lees: ik zou dat niet kunnen).
Also: ik ben ook geboren op 17/10 😉