Het bevallingsverhaal: pers eens een Beebje uit je lijf

Ik pik de draad op waar ik met mijn vorige blogbericht geëindigd ben. Als je dat bericht nog niet hebt gelezen, dan is het misschien interessant om dat eerst even te doen, want er ging een hele historie vooraf aan mijn daadwerkelijke bevallingsverhaal.

Even een korte samenvatting voor zij die het vorige deel niet hebben gelezen: ik dacht dat ik buikgriep had, mijn infectiewaarden waren through the roof en ik werd opgenomen in het ziekenhuis. Na twee dagen in het ziekenhuis werd besloten mij in te leiden omdat mijn infectiewaarden niet daalden en mijn lijf min of meer uit elkaar aan het vallen was. En ja, ook dit deel van het geboorteverhaal is lang. Heel lang. Onder het motto: sorry not sorry.

Rond half negen kwamen we toe op het verloskwartier. Ik zou kamer vijf binnen gerold worden met mijn bed, maar doordat we de rondleiding hadden gevolgd in het ziekenhuis wisten we dat de eerste vier kamers een bad hadden en de andere niet. Al sinds ik te weten was gekomen dat ik zwanger was, had ik één wens voor mijn bevalling: een bad.

Niet iedereen is hiervan op de hoogte, maar ik doe soms aanvallen. We weten niet goed wat het exact is, maar ze gebeuren. Het begint meestal met lage rugpijn die overgaat in buikpijn die overgaat in diarree die overgaat in belachelijke hoeveelheden pijn en dan eindigt het soms met ik die flauwval. Het is iets dat ik al heb sinds ik kind ben en waar ik mee heb leren leven. Gelukkig komen zulke aanvallen maar een paar keer per jaar voor en heb ik ontdekt hoe ik de schade kan beperken. Een warm bad is daarbij key. Ik kan daarin perfect de pijn opvangen en voorkomen dat ik flauwval. De redenering was dan ook dat als het daarbij werkt, het ook wel zou werken bij weeën.

“Heeft die kamer een bad?” vroegen Het Vriendje en ik bijna gelijktijdig nog voor er zelfs maar aanstalten kon gemaakt worden om mij daar binnen te rollen. Kamer vijf had inderdaad geen bad, maar kamer vier, mét bad, was gelukkig vrij, dus kregen we die kamer toegewezen. Als al de rest van mijn wensen dan toch overboord gegooid zouden worden, dan had ik toch op z’n minst mijn bad.

We installeerden ons in de kamer en ik werd nog even aan de monitor gehangen zodat ze konden zien hoe het met mij en Beebje ging. Het Vriendje trok zijn pyjama aan terwijl ik daar lag en maakte het zichzelf ook comfortabel. We zouden toch even in die kamer moeten doorbrengen, dus we konden het best zo aangenaam mogelijk maken. Na een halfuur monitorhangen, kwam een vroedvrouw en de assistent die we zaterdagnacht ook hadden gezien binnen. Er was één gigantische piek te zien op de grafiek die mijn contracties monitorde.
“Heb je die gevoeld?” vroegen ze enthousiast in koor en wezen de piek aan.
“Niet echt,” antwoordde ik en haalde mijn schouders op. Misschien was ik na die paar dagen diarree en overgeven gewoon niet meer in staat iets te voelen. Wie weet.

Rond halftien mocht ik plaatsnemen op de verlostafel. De assistente die mij zaterdagnacht had onderzocht kwam de kamer opnieuw binnen.
“En ik die had gedacht dat je maandag wel weer naar huis zou mogen gaan,” zei ze. Ik nam het haar zeker niet kwalijk. In tegendeel, ik was blij haar terug te zien. Het was fijn een bekend gezicht aan mijn zijde te hebben en ik had me de nacht van zaterdag op zondag in goede handen gevoeld bij haar. Zij zou diegene zijn die de inleiding zou doen. Er zouden nu twee tabletjes worden opgestoken en dan zou ik opnieuw een halfuur aan de monitor hangen zodat ze het effect van die tabletjes konden zien op zowel mij als op Beebje. Voor alle zekerheid werd er ook nog even mijn ontsluiting gecheckt. Nog steeds één centimeter.

Een halfuur aan een monitor liggen is een uitdaging als je diarree hebt. Ik deed mijn best om het de volle dertig minuten vol te houden, maar uiteindelijk duwde ik rond minuut vijfentwintig op de bel boven mijn bed. Van zodra ik verlost was van de banden, trok ik een sprintje naar de wc gevolgd door de vervanger van mijn trouwe infuus, Wilson.

Een vroedvrouw raadde ons aan om even te rusten en dat lieten we ons geen twee keer zeggen. We dimden de lichten in de kamer en Het Vriendje ging aan de slag met de muziek. Speciaal voor de bevalling had ik een bluetooth speaker gekocht. Een kleintje. Niets extravagant. Tijdens de prenatale cursus hadden ze ons gezegd cd’s met onze favoriete muziek mee te nemen en in mijn vluchtkoffer zaten wat cd’s van Sigur Ros en aanverwanten. Maar heel wat van mijn andere favoriete muziek heb ik niet op cd’s, want wie koopt er tegenwoordig nog cd’s?! Ik niet in ieder geval. Ik zou mijn muziek dus streamen via die kleine bluetooth speaker.

Het Vriendje had één ding goed onthouden na mijn sessie bij de voetreflexologe vrijdag. Dat ik helemaal ontspannen was geworden van het muziekje dat er op stond. Al snel vond hij op YouTube een filmpje met massage/spa muziek dat zes uur duurde. Daar zouden we wel even mee toekomen. En van zodra de eerste klanken de kamer vulden, viel ik als een blok in slaap.

Ik werd wakker gemaakt door een man en de assistente. Het duurde even voor ik bij positieven kwam en besefte waar ik was. Blijkbaar had ik echt diep geslapen. Na een bezoekje aan de wc (want ja, de diarree ging genadeloos verder) legde ik me terug op mijn bed en begonnen we aan deel twee van de inleiding. Eerst werd mijn ontsluiting opnieuw gecheckt. Blijkbaar was ik op twee uur tijd van één centimeter naar twee centimeter gegaan. Ik reageerde dus goed op de tabletjes. Hoera! De man, die blijkbaar vroedvrouw van dienst was, en de assistente overlegden even en besloten om niet nog eens twee tabletjes op te steken, maar ééntje. Tegen zes uur ‘s ochtends zou alles dan wel op gang zijn en zouden ze mijn vliezen kunnen breken. Daarna zou ik nog een paar uren moeten doorgaan en ‘s middags of zo zou Beebje z’n opwachting wel maken.

Noot hierbij: ik had een mannelijke vroedvrouw. Achteraf leerde ik dat je die nog steeds vroedvrouw noemt en niet vroedman. Dus ik verwijs naar hem als vroedvrouw. Het kan verwarrend zijn, maar deal with it.

Opnieuw mocht ik een halfuur aan de monitor liggen om te zien wat het effect was van dat extra tabletje op mij en Beebje. Opnieuw had ik het heel moeilijk om het de volle dertig minuten vol te houden wegens darmen die op ontploffen stonden. Opnieuw duwde ik de bel boven mijn bed ietsje vroeger dan de dertig minuten in. Opnieuw deed ik een spurtje naar de wc. Ik val in herhaling, ik weet het.

Na dat spurtje wierp ik mij terug in bed met het idee dat ik zou doorslapen tot zes uur. Ik probeerde een positie te vinden waarin ik comfortabel lag en terug in slaap kon vallen, maar er begon een beetje pijn de kop op te steken. Ik vermoedde dat de diarree weer wraak aan het nemen was en negeerde de pijn. Tot het me echt niet meer lukte om het te negeren.
“Volgens mij is er hier meer aan de hand,” zei ik tegen Het Vriendje en duwde de bel boven mijn bed opnieuw in.

Er zijn stukken van dit verhaal die een beetje vaag zijn geworden. Wat er gebeurd is vlak na half één bijvoorbeeld. De vroedvrouw is terug binnen gekomen, daar ben ik zeker van, maar wat we dan net hebben gedaan, daar ben ik niet honderd procent zeker van. Ik weet dat ik nog even naar de wc ben geweest en dat ik daar een wee heb gehad, hoewel ik toen nog steeds dacht dat het mijn darmen waren (lang leve mijn eigen naïviteit). En er was ook ergens een lekker warm kersenpittenkussen, maar waar dat exact in het verhaal past, dat weet ik niet meer helemaal. Het kan dus zijn dat we de pijn eerst daarmee hebben geprobeerd aan te pakken, maar wie zal het zeggen.

Uiteindelijk liet de vroedvrouw me op een bal zitten zodat ik me kon vasthouden aan het bed terwijl Het Vriendje mijn rug masseerde. Ik ben fan van zitballen, bouncy bounce en al, maar op dat moment deed die bal geen schijt voor mij. Ik werd er wat zenuwachtig van en alles begon in sneltempo pijn te doen. Het lukte me niet op die manier om de pijn op te vangen. Het Vriendje moet dit gemerkt hebben en vroeg aan de vroedvrouw of ik in bad kon. Dames. Heren. Het Vriendje is een held. Alleen duurt het wel even voor zo’n gigantisch bad volgelopen is. Plus de temperatuur moest juist zijn. Vanuit mijn ooghoeken zag ik de vroedvrouw met een thermometer de temperatuur van het water nemen op verschillende plekken in het bad.

En praise sweet baby Jezus voor een warm bad. Amaai.

Eens ik in dat warme bad zat, voelde ik me weer een beetje ontspannen. Het Vriendje kreeg instructies van de vroedvrouw hoe hij mij kon helpen terwijl ik in het bad lag en mijn weeën opving. En het hielp. Het hielp. Ik kon de weeën relatief vlot opvangen, maar ik merkte dat ik heel weinig tijd tussen de weeën had om te bekomen. Alle boeken die ik had gelezen, de cursus die ik had gevolgd, de podcasts die ik had geluisterd, overal hadden ze het over op adem komen tussen de weeën. Dat was de enige manier waarop je de pijn van de weeën zelf kon opvangen. Je moest uitkijken naar die pauzes. Aftellen naar die pauzes. En die kwamen er bij mij precies niet of slechts heel heel kort. Ik denk dat ik zelfs even aan de vroedvrouw vroeg of het normaal was, want het leek allemaal te snel te gaan.

“Zal ik anders even checken hoe ver je bent?” vroeg hij uiteindelijk. Waarop ik natuurlijk toestemde. Stiekem was ik ook wel nieuwsgierig. Dus tussen twee weeën door checkte de vroedvrouw hoeveel ontsluiting ik had.
“Vijf,” zei hij.
“Wat?! Dat meen je niet?” kreunde ik terwijl ik nog een wee wegpufte. Maar hij meende het wel. Op korte tijd was ik van een luttele twee centimeter naar vijf centimeter gegaan. Halverwege. Nog vijf te gaan en dan was het show time.

En als ik al dacht dat dat snel was gegaan, dan had ik het goed mis.

De minuten die volgden werd de pijn intenser. Veel intenser. Na tien minuten checkte de vroedvrouw nog een keer mijn ontsluiting.
“Zes,” zei hij waarop ik een “Ma enfin!” door de kamer brulde. Ik heb wel meerdere keren “Ma enfin!” gebruld, want ik begreep maar niet hoe het allemaal zo snel kon gaan. De reden waarom ik niet wilde ingeleid worden, was omdat ik had gehoord en gelezen dat een inleiding altijd gigantisch lang duurde. Sowieso duurde een bevalling van een eerste kindje lang en dan nog een keer een inleiding, dat kon makkelijk tot vierentwintig uur duren. Soms zelfs achtenveertig. Net daardoor was er meer kans op een interventie zoals een spoedkeizersnede. Hoe kon het dan zo snel gaan bij mij? Dit klopte toch helemaal niet?! Een inleiding was een marathon, geen sprint!

Fun fact: ik had me echt voorbereid op een marathon. In mijn vluchtkoffer zaten vier flessen Aquarius op aanraden van een vroedvrouw. Er zaten meerdere energierepen in. Het soort dat mijn collega’s die triatlons en aanverwanten lopen aten. Ik was klaar om uren en uren en uren in arbeid te zijn. Uiteindelijk dronk ik een halve fles Aquarius op. De rest van de inhoud van mijn vluchtkoffer werd de afgelopen weken genuttigd.

Nog eens tien minuten en een wee of drie, vier later zat ik aan zeven centimeter ontsluiting. Een centimeter per uur. Een centimeter per uur was normaal. Niet een centimeter per tien minuten. Dat was te veel van het goeie. Dat ging te snel. Het was té intens.

Nog eens tien minuten en een wee of drie, vier later zat ik aan acht centimeter ontsluting en was ik heel het verloskwartier bij elkaar aan het brullen. Intussen merkte ik dat de vroedvrouw er plezier in begon te krijgen om iedere keer te zeggen hoeveel ontsluiting ik had. Hij was me er een beetje mee aan het plagen. Terecht ook, want hij kreeg er iedere keer een “Ma enfin!” voor terug. Achteraf gezien kan ik hier trouwens keihard mee lachen, no worries.

Het lukte me niet meer om rustig te blijven. Het Vriendje merkte dat ik een beetje begon te panikeren. Ik had altijd gezegd dat ik zo natuurlijk mogelijk wilde bevallen, maar daar bleef sowieso niet meer veel van over aangezien ik was ingeleid. Mijn bevallingsplan bestond uit zo natuurlijk mogelijk bevallen indien mogelijk. Als dat niet ging, dan wilde ik graag een epidurale en als er dan toch nog iets misliep een spoedkeizersnede. Twee voetjes op de grond en al. Als je op zo’n korte tijd van centimeter naar centimeter springt met een lijf dat nauwelijks heeft gerust of de nodige brandstof heeft gekregen de dagen voor de bevalling, dan moet je soms knopen doorhakken en gebruik maken van alles wat de medische wereld je te bieden heeft anno 2017.

Ik vroeg nog tussen twee weeën door of een epidurale ervoor zou kunnen zorgen dat alles zou stilvallen. De vroedvrouw liet weten dat dat kon, maar dat het evengoed verder kon gaan zoals het bezig was. Blijkbaar kan een epidurale je lijf en arbeid alle richtingen uitsturen. Maar ik wist dat het zwaarste op het einde zou komen en dat mijn energie bijna op was net doordat ik zo’n zware dagen achter de rug had. Ik kon wat hulp gebruiken. Een wee of twee liet ik het bezinken, maar uiteindelijk hakte ik de knoop door.

Epidurale it was.

Het was toen dat ik de vroedvrouw tegen een collega hoorde zeggen: “We zullen moeten zien wie er eerst is: de baby, de gynaecoloog of de anesthesist.”. Alles ging snel. Heel snel.

De anesthesist won gelukkig.

Alleen moest ik nog uit dat bad geraken en op de verlostafel zien te geraken die een dikke drie meter verder stond. Ik sukkelde uit bad, ging zitten op het trapje om een wee op te vangen. In mijn hoofd spurtte ik naar de verlostafel, maar in realiteit was het waarschijnlijk eerder een vreemd waggelloopje, en kroop erop om vervolgens nog een wee op te vangen. Ik kreeg instructies om in kleermakerszit te gaan zitten op de tafel en de armen van Het Vriendje die voor me zat vast te houden. De vroedvrouw hield een arm uitgestrekt voor mij en daarop moest ik mijn hoofd leggen. Achter mij hoorde ik de anesthesist wel twintig keer zeggen dat ik stil moest blijven zitten. Het klonk bijna alsof hij smeekte, want ik maakte het hem waarschijnlijk niet gemakkelijk door zo snel na elkaar weeën te krijgen. Dus staarde ik naar mijn voeten terwijl mijn hoofd steunde op de arm van de vroedvrouw en ik de armen van Het Vriendje blauw kneep.

En terwijl ik naar mijn voeten staarde vond ik mijn zen. Het is een beeld dat op mijn netvlies gebrand lijkt te zijn. Een beeld dat ik helder voor ogen kan halen. Een beeld waardoor ik nog altijd mijn zen voel terugkomen. Mijn voeten. Mijn benen in kleermakerszit. De verlostafel onder mij. De armen van Het Vriendje. Mijn handen die ze vastklemmen. Mijn hoofd dat steunt op de arm van de vroedvrouw.

Ik heb niets gevoeld van de prik zelf, maar de volgende wee was meteen een pak minder intens. En de volgende weer wat minder intens. Ik mocht op mijn zij gaan liggen op de verlostafel en kreeg een paar warme handdoeken over me heen. Opeens lag ik in een nestje. Een lekker warm nestje. De pijn was er nog, maar opvallend minder dan daarvoor. Ik moest mezelf niet meer door iedere wee brullen. Ik kon terug ademen. Ik kon terug helder denken. Ik kon het terug aan.

Terwijl ik daar lag te genieten van mijn hervonden rust en de heerlijke warmte, kwam mijn gynaecoloog ook binnen.
“Wel, dat ging een beetje sneller dan verwacht,”
“No shit, Sherlock,” wilde ik zeggen, maar ik was gewoon blij haar te zien. Ze was er op tijd geraakt om de eigenlijke bevalling te doen. En ik had haar daar graag voor gehad en niet een gynaecoloog die ik nog nooit had gezien. Ze verliet de verloskamer opnieuw en liet ons nog even alleen. Ik moest nog tot de tien centimeter geraken.

“Negen,” hoorde ik de vroedvrouw zeggen, want ja, hij had er nu écht wel plezier in. Daar was geen twijfel meer over.
Nog geen vijf minuten later boog hij zich opnieuw over me heen.
“Negeneneenhalf,” Ik weet niet of ik het me verbeeldde of dat ik het achteraf erbij heb ingevuld, maar volgens mij volgde er na die uitspraak een grijns en een knipoog. Toen ik hem vroeg of het hoofdje nu al zichtbaar was, zei hij dat dat inderdaad het geval was. Of ik even wilde voelen. Ik overwoog het, maar durfde uiteindelijk toch niet.

En toen voelde ik langzaam een druk opbouwen. Ik vermoedde dat ik aan de tien zat en dat het tijd was om te persen. Automatisch begon ik het al een beetje te doen in zijligging, maar opeens stond de gynaecoloog terug in de kamer gevolgd door de assistente.
“De hartslag van je kindje is aan het dalen,” hoorde ik ze zeggen, “Hij moet eruit,”.
Ik moest op mijn rug gaan liggen met mijn benen in de beugels. Mijn vliezen werden in allerijl gebroken, want die waren nog altijd intact desondanks alles. De vacuumpomp werd erbij gehaald en hoewel ik het liefst van al kniploos door het leven was gegaan, was de schaar ook van de partij. Beebje moest eruit. Zo snel mogelijk. De grove middelen moesten dus ingeschakeld worden. Op dat moment was ik blij dat ik last minute toch om die epidurale had gevraagd, hoewel het misschien diezelfde epidurale was die voor deze ontwikkeling had gezorgd. Wie zal het zeggen.

Ik perste een paar keer, de gynaecoloog deed haar ding en even later lag er een klein, glibberig Beebje op mijn borst. Het Vriendje mocht de navelstreng doorknippen en vervolgens werd ik terug opgelapt terwijl ik dat kleine, glibberige wezentje bewonderde. Eén van de eerste dingen die me opviel was het kuiltje in linkerwang. Ooh! Dat kuiltje. Om op te eten gewoon.

Tijdstip van geboorte? 2u59. Er is discussie over hoe lang het net heeft geduurd om dat Beebje van mij op de wereld te zetten. Als je begint te tellen vanaf de eerste tabletjes die werden opgestoken, dan duurde het iets van een vijf uur. Ik begin zelf liever te tellen vanaf het derde tabletje dat werd opgestoken om twaalf uur omdat dat de boel écht in gang heeft gezet. Dus op drie uur tijd is Meneertje geboren. Iemand wilde er écht graag uit, blijkbaar.

Fun fact: ik zocht het filmpje met de massage muziek net terug op op YouTube en zag dat het nog op 4u56 staat. Yup. Dat dus. Ik heb nog een vol uur van die muziek tegoed. 😀

Mensen zijn me intussen al aan het waarschuwen voor moest ik ooit van een tweede bevallen, want een tweede wordt altijd sneller geboren dan een eerste. Dat belooft. Waarschijnlijk nies of hoest ik dan een keer en wordt de baby er dan uit gekatapulteerd. Mark my words.

En ik weet dat ik een behoorlijk medische bevalling achter de rug heb met een behoorlijke hoeveelheid interventies. De afgelopen week kwam er veel kritiek op zulke bevallingen door de documentaire The Road to Motherhood. Maar eerlijk is eerlijk, ik vind dat ik een fijne bevalling heb gehad. Ik werd omringd door fijne mensen met het nodige gevoel voor humor. De asisstente, de gynaecoloog, de vroedvrouwen,… Stuk voor stuk stelden ze me op mijn gemak en had ik vertrouwen in hen. Ze hadden het beste voor met mij en Beebje. Ik had een bad waarvoor ik achteraf meermaals mijn pollekes heb gekust. Ik heb mijn eigen keuzes kunnen maken. Ja, er was een inleiding en ja, er zijn interventies geweest, maar die waren nodig. Moesten we Moeder Natuur haar gangetje hebben laten gaan, moest ik een paar eeuwen geleden dit allemaal hebben meegemaakt, dan had ik dit niet kunnen navertellen. Dan was ik er niet meer en dan was er ook geen sprake van dat kleine snurkende Meneertje dat hier nu bij mij ligt. Alles is uiteindelijk vlot, veilig en snel verlopen.

Laten dat nu net mijn drie kernwoorden geweest zijn. Sinds week vijfendertig of zesendertig ben ik Beebje beginnen coachen. Jawel. Coachen. Ik had op een podcast gehoord dat iemand dat had gedaan en het leek me het proberen waard. Iedere keer nadat ik had gedoucht, ging ik op de badrand zitten en had ik het met hem over de bevalling. Dat dat nogal een belevenis zou zijn en dat er misschien wel wat stress bij zou komen kijken. Dat als ik rustig bleef, hij rustig zou kunnen blijven en dat zijn papa er ook zou zijn om ons beiden rustig te houden. Dat het misschien met wat extra hulp zou moeten in gang gezet worden als het niet vanzelf gebeurde. Dat ik liefst van al wilde dat de bevalling vlot, veilig en snel zou verlopen en dat we er samen het beste van zouden maken. Daarin zijn we uiteindelijk geslaagd.

Alles was een beetje atypisch aan dit geboorteverhaal. Een atypische zwangerschapsvergiftiging of wat het ook was. Een atypische vroedvrouw. Een atypisch snelle bevalling voor een eerste kind. Een atypisch snelle bevalling voor een inleiding. Alles een beetje atypisch, maar atypisch past wel bij mij. En atypisch zorgt voor een nét iets interessanter verhaal dan een standaard bevallingsverhaal, toch?

Kortom. Voor mij was dit de perfecte bevalling. Ik had het niet anders gewild en ik ben dankbaar dat het zo is gelopen.

Voor zij die zich zorgen maakten: ik heb nog een dag of twee na de bevalling last gehad van mijn maag en de nodige misselijkheid. Er werd nog een paar dagen bloed geprikt om de infectiewaarden op te volgen, maar die bleken eens Beebje geboren was, snel te normaliseren. In mijn dossier las ik achteraf dat ik was opgenomen omwille van een “maternale aandoening”. Blijkbaar is dat dokterstaal voor “we weten eigenlijk niet honderd procent wat het was, maar het was niet ok”. Zowel Beebje als ik stellen het goed en hebben niets overgehouden aan die “maternale aandoening”.

15 thoughts on “Het bevallingsverhaal: pers eens een Beebje uit je lijf

  1. Mooi geschreven! Dat is inderdaad het allerbelangrijkste: dat je zelf een positief gevoel overhoudt aan het hele bevallingsverhaal. De regie ervan hebben we zelf inderdaad niet volledig in handen he. Dat bad ga ik trouwens ook proberen in februari ?. Bij m’n eerste bevalling hield ik het na enkele uren pittige weeen niet meer uit en ben ik op 7cm ook voor een epidurale gegaan (alhoewel ik ook voorstander was voor zo weinig mogelijk interventies, maar thank god dat ze er zijn! ?). Groetjes en geniet van je beebje. X

  2. *leest dat verhaal en kan niet anders dan luidkeels roepen* Yes! Welkom Beebje! Wat een top mensen allemaal! Top mama, top Vriendje! Leve de moderne tijden ook.

  3. Die vroedvrouw (man) heeft de oudste ook helpen ter wereld brengen, topkerel, want hij heeft mij gered van een spoedkeizersnede waarvoor ze alles in gereedheid aan het brengen waren.

  4. Lijkt me toch wel best een heftige bevalling te zijn geweest! Maar ook wel beetje herkenbaar: ik ben zelf ook ingeleid geweest en tussen het tweede pilletje (waarna alles begon) en het tijdstip waarop Tuur werd geboren zaten er zes uur. Die weeën waren er plots en zonder pauzes dus ook ik vroeg tegen het einde een epidurale. En met de knip die volgde was ik daar heel blij mee 🙂 Heel fijn om te lezen dat het ook met jullie allemaal goed is gekomen!

  5. Wat een verhaal! Maar jullie hebben dat fantastisch gedaan. Super dat je toch in het bad kon! Wij hebben er de tijd niet voor gehad, zo snel ging het hier ook. En hoera voor mannelijke vroedvrouwen, de mijne was ook een held 🙂

  6. Spannend verhaal, dat heb je goed gedaan! Hier gingen de eerste 8 cm ook super vlot en inderdaad, het laatste stuk is het moeilijkste maar dat wist ik toen gelukkig niet. En de tweede kwam hier nog eens dubbel zo vlot 😉

  7. Zo blij voor jou en je Beebje en het Vriendje dat je de perfecte bevalling hebt gehad! Meer kan je je echt niet wensen.

  8. Och Kathleen, ik ben vooral zo blij om te lezen dat je een goed gevoel aan je bevalling overhoudt! Of het nu helemaal natuurlijk gaat of net helemaal niet of ergens daar tussenin, is uiteindelijk niet eens zo belangrijk denk ik: dat jij kan beslissen wat je wilt dat er gebeurt en dat je daarbij ondersteund wordt door je medisch team, dát lijkt mij het belangrijkste van al. Zo fijn dus dat je dat hebt kunnen hebben! Al hoop ik voor jullie dat Beebje niet in elk aspect van zijn leven zo gulzig en ongeduldig tekeer gaat 😉

  9. Zeg, die vroedvrouw, is dat een jonge? Ik vraag het maar omdat ikzelf dik 16 jaar geleden ook in het verloskwartier in Leuven verwelkomd werd met de woorden ‘Goeienavond, ik ben uw vroedvrouw van dienst.’ Door een man dus. Het zou wel eens dezelfde kunnen zijn. 🙂

  10. Wat een verhaal Kathleen! Maar zo mooi geschreven. En van die snel bevallingen, ik ken er alles van ? Een cm per uur, ja dan toch niet voor iedereen, dat wij bij ons ook niet het geval hoor! En idd, nummer twee zou sneller gaan. Mijn gyn verbood me om bij nr 2 zonder haar naa de kliniek te vertrekken voor geval het onderweg zo ver zou zijn! U weze dus gewaarschuwd. Een bevallingsplan opstellen is altijd mooi en nodig maar dan accepteren dat het niet kan gaan zoals je zelf liefst wou is moeilijk maar achteraf je gezonde Beebje in je armen houden maakt dat allemaal weer gemakkelijker. Ik ben nog altijd blij dat het bij nr 1 te laat was voor epidurale toen ik het eindelijk overwoog, anders had ik er aan toe gegeven. Wel mooi hoe je je moment van zen beschrijft. Een mooi beeld om te onthouden…

  11. Ok, ik ben helemaal bij. Ik werd ook ingeleid met tabletjes met ‘t idee ‘tzal voor morgen zijn’ en bevallen in’t midden van de nacht, ha (wel met uiteindelijk een keizersnede maar dat terzijde)! Inleidingsbevallingen kunnen wel snel gaan (al zijn wij mss eerder een uitzondering, wie zal het zeggen).
    Ik vind dat je het heel mooi beschrijft allemaal en als je gevoel er zo goed bij is, wauw… nu: GENIET! 3

  12. Altijd interessant om iemand ander’s verhaal te lezen. Elk verhaal is zo anders, maar gelukkig doorgaans met zo’n happy ending! Wow zeg, gij zijt echt speedy gonzales. Ik vond dat mijn inleiding (eens ze in gang schoot….ze schoot eerst uuuuuuuren niet in gang. Saaaaaai dat dat was!) snel vooruit ging en ik herken het niet kunnen op krachten komen in je “pauzes” en de paniek die het me opleverde. Maar ik heb sneller naar epidurale gegrepen en die heeft alles weer wat vertraagd bij mij. ‘k vind jouw verhaal wel straf zeg.

    Nog eens proficiat met je kleine manneke eh!

Comments are closed.