Ik had mij helemaal voorbereid op het geven van borstvoeding. De zwangerschapskleren waarin ik geïnvesteerd had, waren praktisch allemaal voorzien van een borstvoedingsfunctie. Er was een hele les tijdens de prenatale cursus gewijd aan het onderwerp inclusief een demonstratie met een ietwat enge pop. En uiteraard werd er een boek of twee over gelezen.
En ik zag het helemaal zitten. Ik wist dat de eerste zes weken ontzettend moeilijk zouden zijn. Daar had niemand doekjes om gewonden. Dus ik had me schrap gezet. Ik zou er helemaal voor gaan. Aangezien ik dan ook nog eens zo lang thuis ben, zou ik ons Meneertje kunnen borstvoeden tot hij zes maanden was, wat de wereldgezondheidsorganisatie aanraadt. Ik zag het helemaal zitten.
Helaas volgde er een samenloop van omstandigheden. Mijn lijf was volledig uitgeput al voor de bevalling door die “maternale aandoening“. Hoewel ik er op zich niets aan heb overgehouden, vermoed ik wel dat het een grote rol speelt in heel mijn borstvoedingsverhaal, want een uitgeput lijf, dat functioneert niet honderd procent, zo blijkt. En dus kwam mijn melkproductie nooit helemaal op gang. Niet op dag drie. Of vier. Of vijf. Of tien. Of veertien.
Daarnaast waren er nog andere elementen die een bijdrage deden aan dit hele verhaal. Zo heb ik een kind op de wereld gezet dat van happy baby naar hangry baby gaat in geen tijd. Hij heeft misschien zo een klein beetje mijn ongeduldige aard geërfd. Een klein beetje zo. Oeps. Dat helpt ook niet als je melk zich niet meteen aanbiedt, met de nodige gevolgen van dien. Plus die ongeduldigheid zorgde ook dat hij slecht aanhapte.
Meneertje heeft dan ook nog eens een gigantische zuigbehoefte en doet niets liever dan comfort zuigen. Al die zaken samen zorgde dan weer dat mijn tepels al na een paar dagen volledig naar de klote waren en dat de vroedvrouwen op de materniteit zelfs een pijnlijk gezicht trokken als ze de ravage zagen. Op dag drie smeekte ik of ik hem een tut mocht geven, maar nee. Tepelverwarring en zo. Tanden op elkaar en verder blijven gaan. En kolven. Kolven. Kolven.
Geloof me vrij, we hebben er alles aan gedaan om de borstvoeding te laten werken en vooral om die melkproductie op gang te krijgen, al die zorgverleners en ik. Dat Meneertje aanleggen tot hij gefrustreerd aan het krijsen was en ik aan het janken was dat het geen naam had. Aanleggen in een andere positie. Nog een andere positie. Af en toe met een tepelhoedje werken hoewel de vroedvrouw daar absoluut geen fan van was, maar het was het enige dat min of meer een beetje werkte en waardoor mijn tepels een beetje gespaard bleven. Huid op huid. Kolven. Power kolven. Borstvoedingsthee. Pilletjes die proefden naar anijs. Havermout. Imodium. Heel. Veel. Geduld. Ook als dat niet mijn en zijn sterkste kant is. You name it, ik heb het waarschijnlijk geprobeerd.
Doordat er zo weinig melk was, merkten we de eerste dagen en weken dat hij eigenlijk niet heel goed bijkwam. Daarnaast was ik een betere band aan het opbouwen met mijn kolfapparaat dan met mijn pasgeboren zoontje. Om de twee uur hing ik aan die machine en kwam er druppelgewijs wat moedermelk uit. Lang niet genoeg om hem de nodige voeding te geven die hij nodig had. Iedere keer als ik de kleine hoeveelheid melk in die flesjes zag, begonnen de tranen opnieuw te stromen. De algemene consensus was dat ik nooit genoeg melk zou produceren om Meneertje voltijds de borst te geven. Een piepklein beetje moedermelk afkolven en dan aanvullen met kunstvoeding, dat was wel nog altijd een optie.
Maar ik was er na twee weken volledig onderdoor aan het gaan, puur door heel dat borstvoedingsdebacle. Van een roze wolk was er sowieso geen sprake en ik wist dat ik daar niet aan zou meedoen, zelfkennis en zo, maar mijn appelblauwzeegroene wolk begon een donker randje te krijgen. Wetende dat ik in het verleden al donkere wolken heb gezien en dat je dan meer kans hebt op een postnatale depressie, wist ik dat het zo niet verder kon. Al mijn alarmbellen waren aan het afgaan en ik ben koppig, maar niet stom.
Ik wou het graag dat borstvoeden, ja, maar niet ten koste van mijn eigen mentale gezondheid en al helemaal niet te koste van mijn relatie met mijn zoontje, laat staan zijn gezondheid. Dus werd de knoop doorgehakt. Het kolfapparaat werd teruggebracht naar de plaatselijke apotheek en de nodige flesjes, spenen en dozen kunstvoeding werden aangeschaft. De kunstvoeding bracht meteen een relaxere mama met zich mee en daardoor ook een veel relaxer zoontje. Happy mom, happy baby. Het is en blijft een waarheid als een koe.
In het begin had ik het moeilijk met mijn keuze om over te schakelen op kunstvoeding. Er zijn veel tranen gevloeid hier ten huize Verbeelding, maar nu, nog eens een dikke twee weken later, weet ik dat dit de beste keuze was die ik had kunnen maken. “Breast is best”, zeggen ze, maar ik geloof toch eerder in “Fed is best”, want je eigen kind uithongeren,… Nope. Gewoon nope. Dat is geen optie.
Opnieuw kus ik mijn twee pollekes dat ik in 2017 een kind op de wereld heb gezet, want de optie kunstvoeding bestaat voor als je een lijf hebt dat wegens omstandigheden geen of te weinig melk aanmaakt, want soms gaat het gewoon niet, hoe graag je het ook wil.
Dingen die dan weer wel perfect lukken: met de buggy boswandelingen maken. Zelfs als die boswandelingen ons langs de smalste, modderigste paadjes brengen. Nah!
Ik had dat kunnen geschreven hebben. Ik stopte al op dag negen, omdat ik bijna geen tepels meer had. En Dexter na elke voeding honger had (ik bleek na een half uur kolven nog niet aan 30 cc te raken), wat hij dan van de hysterie weer over me heen overgaf. Ik ga nooit vergeten hoe zowel hij en ik constant vol bloed hingen na het voeden. Mijn bloed. En hoe ik bij elke voeding zat te wenen omdat ik tegen het plafond ging van de pijn.
Ook goed voorbereid, nochtans.
Soms lukt het niet. Goed dat je hebt durven kiezen voor je mentale gezondheid.
Fed is best. Amen to that. En dat je in alle fases van het moederschap de creativiteit en besluitvaardigheid mag blijven hebben om je eigen spreekwoorden te ontwikkelen! Maar daar twijfel ik niet aan. 🙂
Totaal herkenbaar. Ik had wel melk maar mijn tepels deden zoveel pijn dat ik na 8 dagen marteling ‘volhouden want borstvoeding is het beste’ en wenen, roepen en gillen voor, tijdens en na de voeding ben gestopt met pijn in het hart. Maar het gaf me wel de gemoedsrust die ik nodig had om eindelijk van dat kleine wezentje te genieten. Ik was van een wrak na de bevalling verandert in een grauwe schim van mezelf. Met flesjes kon ik plots genieten en de zorg ook op dat vlak verdelen. Roze wolken heb ik nooit gezien.
Ik prijs mij heel gelukkig dat het bij mij zeer vlot ging. Het is jammer als je zelf graag wil, maar je lichaam werkt niet mee. Je hebt zo te lezen gedaan wat je maar kon doen, en dat verdient al veel respect. Veel succes verder
? dit is een artikel waar veel (toekomstige) mama’s iets aan hebben denk ik. En dat spreekwoord gaan ze nog drukken ?.
Moedig dat je het hier zo durft schrijven.
Hier ging het als vanzelf met mijn eerste natuurwondertje (na 9 maanden voeden kreeg ik mijn eerste kloofje)
Het leest alsof je goed voorbereid was en er alles aan gedaan hebt. Respect daarvoor!
mommy knows best. Ik ben ook veel meer pro een mama die er mentaal goed voor staat. Ik ben het voorbije jaar iemand verloren aan een depressie.
Inderdaad. Die mentale gezondheid mag je als kersverse mama niet uit het oog verliezen en anders ook niet. Ik ben blij dat mijn omgeving daar ook rekening mee heeft gehouden en me daardoor steunde in mijn keuze.
Kudos voor de keuze die je maakte. Dat is geen makkelijke knoop om door te hakken.
Hier was het een compleet gebrek aan zuigreflex bij de baby dat ervoor zorgde dat deze goed voorbereide mama geen borstvoeding kon geven. Als ik niet zo slim om na een paar weken te stoppen met kolven en is die betere band met de kolf dan met de baby het ding waar ik het meest spijt van heb van die eerste maanden. Spijt hebben van blijven kolven, het kan en ik ben helaas niet de enige… Het heeft geduurd tot de geboorte van de dochter voor ik het verschil zag qua start en daardoor ook spijt en schuld achter me kon laten.
Ik vind het heel goed dat jouw netwerk je ondersteunde hierbij en je niet een extra zetje richting dieperik gaf (zoals bij mij gebeurde). Goed gedaan Kathleen!
Ik had bij Luuk een bevalling gelijkaardig aan die van jou en had zelfs geen puf om aan borstvoeding te beginnen. Bij Stan heb ik twee weken gegeven. Hij hapte helemaal fout aan en veranderde in een kleine, wilde kat aan de borst. Hij haatte het, ik haatte het, ik begon al te wenen een half uur voor ik moest voeden. Dat heeft geen zin he. Fed is best, een hele mooie vind ik dat!
Mooi dat je het geprobeerd hebt, mooi dat je gekozen hebt voor je welzijn en mooi dat je jouw ervaring deelt.
Ik lees in jouw verhaal dat de vroedvrouw weigerachtig stond tegenover de tut en het gebruik van een tepelhoedje. Ik begrijp dat standpunt zeker, dat het gemiddeld genomen zorgt voor tepelverwarring en dus BV issues, maar ik vind het wel jammer dat het nog te weinig gezien wordt als een oplossing. Hier een tut vanaf dag 2 (bij de 2de zelfs vanaf dag 1) én tepelhoedje (wegens slecht aanhappen in het begin en “ingetrokken” tepels) en dat heeft de BV enorm ondersteund. Ik heb ze er zelfs mee gevoed tot ze 18 maanden waren 🙂
Haleluja. Met jules stopte ik na drie dagen. Ik Was kapot na een lijdensweg van 72 uur.
Met lotte Was ik er net als jij helemaal klaar voor. Cursussen en al gevolgd! Laat maar komen die borstvoeding. En toen kwam er geen melk. Niet na twee dagen niet na vier dagen niet na uren en uren kolven. Niks…
Twee flesvoeding kindjes dus en een heel Gelukkige mama!
Ik had me vooraf net niet ingesteld op borstvoeding, om de vreemde reden dat ik een haat-verhouding heb met mijn eigen (te grote) borsten, en ook het gevoel had dat de maatschappij zo vaak ‘pusht’ tot borstvoeding dat het mij al vooraf deed rebelleren (ondanks dat ik als arts wel beter weet). Ik wist ook dat ik het niet zou verdragen als er vroedvrouwen op mijn tepels zaten te zien, dat dat de kans op falen alleen maar groter zou maken. Maar het is me gelukt om de vroedvrouwen telkens te slim af te zijn en er zonder ‘borstenkijkers’ op’t gemak aan te wagen. Dat – in combinatie met een iets te hoog geplaatste epidurale waardoor mijn borsten de eerste voeding ook mee verdoofd waren – zorgden dat het onverwacht wél succes was. Op den duur was het zelfs een te groot succes, want ik had een overproductie. Een luxeprobleem waardoor ik mij wel 3 maanden heb opgesloten omdat ik niet in het openbaar kon/durfde voeden (want de melk spoot letterlijk alle kanten uit voor en na het voeden). Een luxeprobleem waardoor mijn zoontje ook reflux had omdat de toestroom te groot was en hij geleerd had om snel en gulzig te drinken (en veel te wenen). Borstvoeding duurde letterlijk 2 minuten, en dat elke 2 uur, dag en nacht, tot een week voor ik terug moest gaan werken. En toen werd het tijd voor flesvoeding, hoewel ik eindelijk aan dat borstvoedingsding verknocht geraakt was. Maar het was nodig, voor ons allebei. Ik ben er zeker van dat een gelukkige mama (en papa) het enige is wat een kind echt nodig heeft; van waar de melk komt, is dan maar bijzaak! Groot en gezond zal hij wel worden 🙂
Moet zo moeilijk geweest zijn voor je, maar je hebt echt er echt alles voor gedaan als ik zo lees. Dat voldane gezichtje na een voeding, helemaal verzadigd dat verdienen jij en je mannetje 100% maakt niet uit waar die melk vandaan komt.
O ja is motilium denk ik ?
Knap van je dat je echt gekozen hebt voor jezelf, het is niet evident dat echt te doen! Met dat eerste kind wordt meestal ook het schuldgevoel geboren en zoveel moeders (ik ook) houden vast aan wat ze denken dat moet of wat de buitenwereld wil. Ondertussen heb ik op dat vlak al best wel wat geleerd en als je je buikgevoel volgt komt het altijd wel goed! Veel succes verder, je doet dat goed!
Happy Mama, happy baby. ‘t Zal wel zijn! Goed bezig!
Zo herkenbaar! Bij de oudste startte het heel vlot tot het door een samenloop van omstandigheden de productie letterlijk stilviel. En nummer 2 was een luie drinker, de stuwing kwam niet snel genoeg op gang na het aanhappen waardoor ze het telkens snel opgaf en gewicht bleef verliezen, wat dus een vicieuze cirkel wordt.
Dus “Fed is best” met een gelukkige mama en een blije baby!
Wat lijkt me dit lastig! Als je er zelf bijna aan onderdoor gaat wordt het natuurlijk wel tijd om te stoppen. Ik zal het in gedachten proberen te houden wanneer we er over een paar weken mee aan de slag gaan. 🙂
Wat goed van je dat je het op tijd beseft hebt. Je zou niet de eerste zijn die blijft pushen en er uiteindelijk aan onderdoor gaat. Inderdaad niet eenvoudig om daarmee te stoppen, hier een beetje gelijkaardig na een prematuurtje die nog niet zelfstandig kon drinken de eerste dagen en het ook nooit echt geleerd heeft om rechtstreeks van de borst te drinken, dus blijven kolven (wat haatte ik dat ding!) waardoor er na een tijd ook amper nog melk was. 5-6 weken gedeeltelijk volgehouden, maar dan had ik het ook echt wel gehad met dat vervloekte ding… Toen bedacht ik me dat ik veel liever mijn zoon in mijn armen had in plaats van telkens een half uur aan dat melkmachine te hangen. Go you, je doet dat geweldig!
Hier ongeveer hetzelfde verhaal, al was de melkproductie niet het probleem, maar eerder de gigantische baby met de gigantische honger. Ik heb de combinatie kolven aangevuld met flesvoeding een week volgehouden, maar ik vond dat kolven zo vreselijk dat ik beslist heb om er mee te stoppen. Ik had het er ongelooflijk moeilijk mee omdat ik het zo vreselijk vond dat ik mijn kindje niet het allerbeste gaf. Maar achteraf gezien was het wel de beste beslissing. Happy mom, happy baby. 🙂
Goh ja. Zestien jaar geleden ook zo’n verhaal. Na drie weken ‘aperitief-moedermelk’ van maximaal 15 ml en daarna fles had ik het zo ongeveer gehad. Ook een heel verhaal: spoedkeizersnede, kind dat een dag na de geboorte naar de neonatologie moest met de een of andere infectie. Het woord ‘borstvoeding’ uitspreken was wekenlang genoeg om een huilbui uit te lokken. Bij kind twee lukte het weer niet (geplande keizersnede deze keer, wel een lijf dat redelijk uitgeput was), en hield ik het na tien dagen voor bekeken. Ik kon er toen al makkelijker afstand van nemen.
De zestienjarige in kwestie is intussen een uit de kluiten gewassen puber die letterlijk met kop en schouders boven mij uitsteekt. Komt allemaal goed.