De zaadjes van het oog

Tegenwoordig wisselen Het Vriendje en ik af wie er mee opstaat met Het Meneertje in het weekend. Zo kan de ander toch even uitslapen. Niet dat Het Meneertje ongelofelijk vroeg opstaat, maar kwart voor zeven is soms gewoon te vroeg in het weekend.

Toen ik zondag met Het Meneertje beneden kwam en naast hem in de zetel ging zitten, zag ik dat hij aan zijn neus aan het krabben was. Net als iedere peuter en kleuter heeft hij regelmatig van die kleine wondjes waarvan je je afvraagt waar in godsnaam hij die heeft opgelopen. En net als iedere peuter en kleuter pulkt hij maar al te graag aan de korstjes. Uiteraard.

“Heb je daar een wondje?” vroeg ik terwijl ik probeerde te zien waaraan hij krabde.

“Nee,” zei hij terwijl hij verder pulkte aan de zijn neusbrug, “Het is een zaadje van mijn oog”

“Oooh ja, die kunnen soms vervelend zijn. Wrijf die maar weg.” zei ik terwijl ik bij mezelf bedacht wat een fantastische omschrijving ‘zaadjes van het oog’ eigenlijk is. En hoe geweldig het wel niet is dat Het Meneertje desondanks zijn ietwat beperkte woordenschat toch weet uit te leggen wat hij bedoelt. Schitterend!

Zullen we dan in het vervolg oogprut gewoon ‘zaadjes van het oog’ noemen. Of oogzaadjes. Da’s veel mooier, toch? Ik ben alvast fan.

2

Pipikoosjes

Onlangs probeerden we een nieuw recept uit. Iets dat Het Vriendje had opgedoken uit een foldertje van Colruyt. Verandering van spijs doet eten en al. Het werd iets met parelcouscous, veggie balletjes, broccoli en gedroogde abrikozen.

Tijdens de voorbereidingen mocht Het Meneertje zo’n abrikoos proeven en het was meteen een schot in de roos. Hij at er nog een. En nog een. En nog een. Daarna probeerden we hem wat in te houden door te zeggen dat er ook abrikoosjes in zijn eten zou zitten.

Deze ochtend wilde hij graag iets eten. Ik stelde eerst een appel voor, want Het Meneertje gaat momenteel door een appelfase. Dat wou hij niet. Een banaan dan? Nope. Iets anders.

“Wat zou je dan graag eten?” vroeg ik. Kwestie van niet eerst de hele inhoud van onze keukenkasten te moeten opsommen.

“Pipikoosjes” antwoordde hij serieus en huppelde naar de voorraadkast.

Pipikoosjes it is, lieve man. Pipikoosjes it is.

We zijn de uitspraken van zoonlief beginnen opschrijven, want tegenwoordig komt er soms wat uit. Niet te schatten gewoon. Dus zijt maar zeker dat ik hier af en toe zo’n zaken ga delen.

Voor de liefhebbers: het gaat om dit recept. Het was lekker. #nospon

2
Hola! Muy bien!

Muy bien

Vorig weekend was ik even gaan fietsen. Kwestie van de beentjes wat in vorm te houden, want die beentjes zijn na een lockdown of twee niet meer in de beste staat. Ahum. Om het zachtjes uit te drukken. De volgende dag was ik dan ook behoorlijk stijf.

Terwijl ik die ochtend naar de keuken liep, langs de ontbijttafel waar Het Vriendje en Het Meneertje zaten, liet ik kreunend en steunend weten dat mijn benen toch niet helemaal in orde waren.

“Soy todo… ge weet… wel. Stijf.” zei ik, want ja, soms beginnen we hier ten huize Verbeelding al een keer spontaan een andere taal te spreken. Vaak eindigt dat in een rare Jommekes-versie zoals in dit geval Jommekes-Spaans.

“Perculator” antwoordde Het Vriendje terwijl hij Het Meneertje hielp met zijn kommetje yoghurt.
“Si. Muy perculator” reageerde ik. Zei ik al dat ons Spaans niet echt geweldig is? Bij mijn weten heeft stijf zijn bijzonder weinig te maken met koffie zetten. Lachend wilde ik verder wandelen naar de keuken, toen Het Meneertje toch nog een bijdrage wilde leveren aan het gesprek.

“Muy bien” zei hij alsof het niets was. Ik keek even naar Het Vriendje om te zien of hij het ook had gehoord en jawel hoor. Blijkt dat er toch iemand binnen ons gezin zijn Spaans enigszins juist weet te gebruiken. Dank u, YouTube Kids om mijn kind semi-meertalig te maken. Yup.

2