zombiezuurdesem

De zombiezuurdesem

In 2020 miste ik de zuurdesemtrein helemaal, maar als liefhebber van brood, stond een zuurdesem starten bijzonder hoog op mijn lijstje. Vorig jaar kreeg ik voor mijn verjaardag een starterskit om zuurdesem mee te maken. Er zat een gedroogde desem bij die ik terug tot leven moest brengen samen met heel wat toebehoren. Uiteraard zaten de nodige instructies er ook bij. En zo geschiedde. De zuurdesem kwam tot leven en werd Florence gedoopt.

In het begin werden er regelmatig broden gebakken en werd Florence goed verzorgd. Ze kreeg een paar keer per maand een voeding, maar bracht best wel wat tijd door in de koelkast tussen de voedingen door. Na verloop van tijd kwamen er steeds meer dingen voor haar te staan: een pot confituur, een bus mayonaise, een bakje restjes,… Als het op de koelkast aankomt, dan geldt “uit het oog, uit het hart” hier ten huize Verbeelding, vrees ik, en dan vooral bij mij. Het was niet dat ik Florence vergat. Af en toe ving ik een glimps van haar op, maar ik was er gewoon niet meer mee bezig.

Tot we onlangs de koelkast gingen uitmesten. Florence werd van achter die pot confituur en bus mayonaise gehaald. Ik zag meteen dat het niet goed ging met haar. Er stond een dikke laag donkerbruin vocht bovenop de zuurdesem en er was wat schimmel aan het vormen. Noooooeesss! RIP Florence. Het vocht zou op zich niet zo erg mogen zijn, dat is teken dat de desem honger heeft, maar schimmel is nefast. Ik vermoed dat de pot die ik had gebruikt toch niet helemaal luchtdicht was.

Maar van achter twee potten yoghurt en een flesje bier kwam nog een pot met daarin een zuurdesemmengsel. In een niet zo ver verleden had ik hierin discards bewaard. Als je je zuurdesem voedt, doe je een deel daarvan weg zodat je niet met een gigahoeveelheid zuurdesem komt te zitten. Dat is je discard. Die discard, restjes, overschot, hoe je het ook wil noemen, is evenzeer actieve zuurdesem en kan je dus gebruiken om mee te bakken. Daarmee dat ik het bijhield. En toen weer vergat. Je weet wel: uit het oog, uit het hart.

Op het zuurdesemmengsel in deze pot stond een klein laagje lichtbruine vloeistof, maar geen schimmel. Al die restjes had ik verzameld in een luchtdichte Weckpot. Ik zette de pot bij de afwas zodat ik het uiteindelijk zou afwassen, maar toen ik enkele uren later aan dat taakje wilde beginnen, zag ik kleine bubbels in het mengsel verschijnen. Say what?! Zat er nog leven in die zuurdesemrestjes?! Toen ik de pot opende, rook ik meteen de bekende desemgeur en geen funky geurtje zoals ik wel had verwacht.

Mijn hart maakte een klein sprongetje en ik besloot te proberen om de zuurdesem opnieuw tot leven te brengen.

De afgelopen dagen ben ik de starter dus aan het voeden om hem terug sterker te maken. En so far, so good. Langzaam maar zeker begint er terug wat meer leven in te komen. De bubbels zijn zichtbaarder, de consistentie wordt terug zoals ik die kende van vorig jaar,… Hij is nog niet aan het verdubbelen, maar wel al aan het vermeerderen in volume. Nog heel even en ik kan er terug de lekkerste broden mee bakken.

De vraag is dan alleen: is dit nog altijd Florence of moet ik een nieuwe naam verzinnen voor deze zombiezuurdesem?

Een dagje Bobbejaanland

Het was vijftien jaar geleden dat ik nog in Bobbejaanland was geweest. Vijftien. Zot eigenlijk. Maar zoonlief is fan van pretparken en zijn ouders ook, dus stond er deze vakantie een uitstapje naar “een” pretpark op het verlanglijstje. We zijn de afgelopen jaren een paar keer naar de Efteling en een paar keer naar Plopsaland geweest, maar kleine jongens worden groot en willen in nog snellere achtbanen kunnen. Dus besloten we afgelopen maandag af te zakken naar Bobbejaanland.

Het eerste halfuur hebben we een beetje als kiekes zonder kop rondgelopen omdat we niet meteen een plannetje van het park vonden. Ja, er is een app, maar tegenwoordig is er van alles een app en staat mijn telefoon vol. Letterlijk. Dus vonden we een bord met daarop een plattegrond, maakten daar een foto van en gingen verder. We besloten gewoon op iedere attractie te gaan die we tegenkwamen en die ons interesseerde.

En zo geschiedde.

Het bleek een feilloos systeem te zijn en tegen de middag hadden we het grootste deel van de kleinere en mildere rollercoasters gedaan (Revolution, Dreamcatcher, Oki Doki). In mijn herinnering was Bobbejaanland véél groter, maar dat bleek dus eigenlijk niet het geval te zijn. En eigenlijk vonden we dat niet eens zo erg, want daardoor kregen we zelf zonder plannetje al heel snel een mooi overzicht over het park.

Het werd tijdens de voormiddag al gauw duidelijk dat we een geweldige dag hadden uitgekozen voor onze uitstap. Het was prachtig weer, maar er was eigenlijk niet zo heel veel volk in het park. De wachtrijen vielen heel goed mee. We zijn zelfs een aantal keren kunnen blijven zitten in sommige attracties en voor andere grotere attracties zoals de Typhoon moesten we hooguit vijf minuten aanschuiven. Te gek voor woorden eigenlijk, vooral wetende dat we tijdens één van onze laatste Eftelingbezoeken wachtrijen van 70 minuten en meer moesten trotseren.Het langste dat we moesten wachten was bij Oki Doki en bij de Fury. Bij beide rollercoasters moesten we een dik halfuur wachten.

En ja, we deden de Fury.

Daarvoor liepen we eerst nog even naar het meetpunt aan de ingang om er zeker van te zijn dat Het Meneertje 130cm was. We hadden hem thuis gemeten en met zijn schoenen er bij gerekend zou hij nét 130cm moeten zijn. Het kind droomt al jaren van de Baron in de Efteling, dus toen we ontdekten dat je een 1m30 moest zijn om op de Fury te mogen, besloten we er werk van te maken. Bij het meetpunt hielp een medewerkster ons verder en jawel hoor, 130,5cm.

Kijk, ik vind achtbanen geweldig. Het kind heeft het van geen vreemden. Uiteraard gil ik het hele treintje bij elkaar, maar dat hoort erbij. Er zijn maar weinig momenten in het leven dat je uit volle borst mag gillen, dus als ik dan in een achtbaan zit, dan maak ik daar gebruik van. Maar ik heb nog nooit zo gegild als op de Fury. De achtbaan op zich was best pittig (we deden hem vooruit!), maar het feit dat zoonlief met zijn 130,5cm naast mij zat (nadat hij nog eens was gemeten door een medewerker van de Fury zelf), zorgde voor een extra level angst.

Niet alleen werd ik flink door elkaar geschud en zoefde het treintje niet alleen vooruit, maar ook achteruit. Nope. Tegelijk hield ik mijn hart vast en deed ik een schietgebedje dat het veiligheidsmechanisme Het Meneertje die net een HALVE CENTIMETER groot genoeg was wel zou kunnen houden.

Na de rit keek de vrouw voor ons in het karretje ons grinnikend aan.
Het Vriendje zag wat bleekjes rond zijn neus en zijn haar stond alle kanten uit.
Mijn hart ging als een gek tekeer en ik stond toch niet bijzonder stevig op mijn benen.
En Het Meneertje? Het Meneertje vroeg meteen of we nog eens konden.

Het was pas toen dat het me begon te dagen hoe onverantwoord het eigenlijk was om hem op die rollercoaster te laten. Dus besloten we toch even verantwoordelijke ouders te zijn en terug over te schakelen naar wat rustigere attracties. Je weet wel, Naga Bay (rollercoaster waarbij het karretje ronddraait) en de Typhoon (een drop in het begin zoals de Baron in de Efteling). Gelukkig waren er ook nog de boomstammekes zowel binnen als buiten, nog wat glijbanen en de Bob Express om even te bekomen van al dat door elkaar gerammel.

Maar het was de moeite, ons dagje Bobbejaanland. Dat zeker wel. Ik denk niet dat Het Meneertje er een trauma aan gaat overhouden. Zijn ouders daarentegen, die misschien wel. Ahum.

Deze ouder is trouwens al twee dagen hees van al dat gegil op de Fury. En misschien ook op de Typhoon. Yup. Yup. Dat ook.

Platte rust

Platte rust

Vorige week was zoonlief een week op scoutskamp. Uiteraard hebben we hem gemist, maar tegelijk hebben we ook ontzettend genoten van de rust. Het was de eerste keer sinds zijn geboorte dat we zeven dagen kindvrij waren. Zotjes gewoon!

Nu hebben we drie weken staycation met ons drietjes. Alleen is er van een rustige vakantie niet echt sprake. Zoonlief eist constant onze aandacht op en kan zich geen twee minuten alleen bezig houden. Dat mag je letterlijk nemen.

Er lopen hier dus twee compleet overprikkelde ouders rond. Is het omdat we net een rustige week achter de rug hebben? Of heeft hij echt veel aandacht nodig momenteel? Ik weet het niet, maar het ouderschap lijkt deze week extra veel energie te vragen.

Dus hebben we een aantal regels ingevoerd. Eén daarvan is dat we na het middageten, rond 13u, drie kwartier platte rust inplannen. Zoonlief gaat dan op zijn bed liggen, ik neem het grote bed in beslag en Het Vriendje claimt de zetel beneden. Dat geeft ons toch even een moment om een klein beetje te ontprikkelen en onze innerlijke introvert wat rust te geven. En het werkt. We horen Het Meneertje dan drie kwartier niet (hij zet wel een klokje en zodra de drie kwartier om zijn, staat hij aan mijn bed).

En dan kan ik ook wat lezen. Vakantie is gewoon geen vakantie als ik niet even van liggen en lezen kan doen. Nope.

Om nog maar te zwijgen over de dutjes. Ahum. Heel misschien ben ik al een paar keer tijdens de platte rust in slaap gesukkeld en heeft Het Vriendje mij gewoon laten verder slapen. Om maar te zeggen: de nood aan vakantie was groot. Sja. Misschien moeten we maar eens proberen om die platte rust uit te breiden tot bwah… anderhalf uur of zo?

Ik ken alvast één zesjarige die daar absoluut niet mee akkoord zou gaan.