Ooblets

Ooblets

De cozy games die ik tot nu toe heb gespeeld, waren vooral puzzelgames zoals A Little to the Left. Een tijdje terug zag ik op de Instagram van Team Confetti dat Olga Ooblets aan het spelen was, een game die ik ook al regelmatig was tegengekomen tijdens mijn zoektocht naar een nieuwe cosy game.

Ik had het nooit aangekocht omdat het me iets te veel aan Pokémon deed denken en ik had zoonlief dat spel al zien spelen. Vraag me niet welk Pokémon spel exact, want er zijn er veel, maar het leek gewoon niet mijn ding, zo om de beurt vechten en kleine wezentjes vangen. Eigenlijk is Ooblets zeer gelijkaardig alleen wordt er niet “gewoon” gevochten tussen de Ooblets in kwestie, maar doe je aan dance battles. Jawel. Het zijn vaak die vecht battles in zulke spellen waar ik helemaal op tilt sla, maar de dance battles in Ooblets zijn eigenlijk heel logisch (waarschijnlijk zijn ze dat ook in andere spellen hoor, maar kijk).

Iedere Ooblet heeft zijn eigen unieke dance moves. Bij iedere dance battle krijg je tijdens een beurt een aantal kaarten met daarop een aantal van die dance moves. Het is de bedoeling dat je met die dance moves een aantal punten behaalt, want iedere dance move kan je punten opleveren. De bedoeling van de dance battles is dat je als eerste het metertje dat het aantal punten bijhoudt vult. Iedere dance move van een Ooblet kost je een “beat” en je krijgt per beurt een aantal beats. Je moet dus eigenlijk goed kijken naar de kaarten die je krijgt, het aantal beats dat je kan inzetten en hoeveel iedere dance move je gaat kosten in beats. Logisch dus.

Uiteraard vertelde ik Het Vriendje over het spel en tijdens één of andere sale tikte hij het op de kop. Zoonlief was meteen verkocht. Ah ja, want het lijkt dus op Pokémon, maar in tegenstelling tot dat spel heb je in Ooblets ook een boerderij die je moet onderhouden (dat heb ik precies nog niet gezien in Pokémon), moet je je vriendschappen met de andere inwoners van Badgetown onderhouden en moet je de nodige missies uitvoeren (wat in zowat elk spel het geval is). De stijl van het spel spreekt ook ontzettend aan. Het is een kleurrijke bende en de Ooblets zelf zijn ontzettend schattig én grappig.

Wat zoonlief wél mist zijn de hilarische dialogen die je soms voert met de andere inwoners van Badgetown en omstreken. Er zitten daar een paar karaktertjes tussen. Ha! Het spel is in het Engels en hoewel we het zo goed en zo kwaad voor Het Meneertje proberen te vertalen, gaat er toch heel wat van de grappen verloren. Gelukkig is hij daar niet te hard mee bezig.

Onder lichte dwang van de zes-jarige Oobletsspecialist hier in huis, begon ik het spel uiteindelijk ook te spelen. Hij was tegen dan al level acht en kende alle gewassen die je kon planten uit zijn hoofd. Dus speelde ik op een avond nadat hij in bed lag een uurtje en ik was verkocht. Ik begreep helemaal waarom hij het keer op keer wilde spelen. Als je even geen zin hebt in dance battles met andere Ooblets, dan kan je missies uitvoeren voor de andere inwoners van Badgetown. Je hoofdmissie is om alle Oobnettorens terug aan te zetten. Daarmee connecteer je alle gebieden terug met het Oobnet (soort van internet) en ik vermoed dat je zelf ook via dat Oobnet leuke accessoires voor je boerderij, Ooblets en jezelf kan aanschaffen.

Als je geen zin hebt in een missie, dan kan je je uitleven op je boerderij. Je kan zaden kopen, deze planten en vervolgens zorgen dat je moestuin niet overwoekert met onkruid. Of je moet je gewassen water geven zodat ze niet verwelken. En uiteraard kan je met je oogst de nodige gerechten koken in je keukentje. Voor de tuiniers onder ons: er zijn geen slakken in deze moestuin. Ha!

Het is een heerlijke, kleurrijke wereld waarin je op je gemak je eigen ding kan doen. En het is geen moeilijk spel of een spel waarbij je lang je aandacht moet houden. Of waarbij je veel knopjes tegelijk moet induwen (work in progress bij mij… jikes). Ideaal dus voor beginnende gamers en het cozy game label meer dan waardig.

Wij spelen Ooblets hier thuis op de Switch, maar je kan het ook via Steam aanschaffen en zo op je computer spelen als dat meer je ding is.

A little to the left

Het Vriendje is een fervent gamer en ik heb vele uren naast hem mee gekeken naar prachtige, heel uitgebreide spellen waarin heel wat gevochten werd. Hoewel het kriebelde om ook af en toe eens een videospel te spelen, vond ik nooit echt iets dat helemaal bij me paste. Tegenwoordig zijn er gelukkig tal van “cozy” games te vinden en laat dat nu helemaal mijn ding zijn.

Cozy games zijn videospellen waarbij je relax kan spelen, zonder stress en vaak zijn het hele schattige spellen. Doorgaans zijn het spellen waar je niet in kan sterven (hoera!) en geen vijanden moet verslaan. Het is dus meestal gewoon spelen en genieten. Een beetje zoals een boek lezen, maar dan een videospel. En er zijn echt pareltjes te vinden in dat cozy game genre.

A little to the left bijvoorbeeld is een spel met prachtige illustraties. Ieder level is een puzzel die je moet oplossen en daarbij spelen die illustraties een belangrijke rol. Soms komt het neer op lijntjes op post-its in elkaar te laten overlopen, soms komt het neer op kaders recht hangen (I know!) en soms moet je de rommel in een lade sorteren zodat alles op z’n juiste plek komt te liggen (opnieuw… I know!).

De ene keer is de oplossing ontzettend voor de hand liggend, de andere keer moet je toch twee keer nadenken. En sommige puzzels hebben meerdere oplossingen. Dat wordt aangegeven op het einde als je een puzzel hebt opgelost. Krijg je één gevulde ster? Dan was er één oplossing en die heb je gevonden. Waren er meerdere oplossingen? Dan krijg je één gevulde ster en één of meerdere lege sterren te zien. Zo weet je dat je dat level nog eens opnieuw kan doen, maar dan de puzzel op een andere manier moet benaderen.

Af en toe maakt een ondeugende viervoeter het je wat moeilijker. Dan verschijnt er een pootje dat alle elementen die je net op orde had gezet weer door elkaar haalt.

Het is geen gigantisch spel, maar ik ben er toch een paar uur zoet mee geweest en het had een hoog verslavingsgehalte. Het was ontzettend moeilijk om opzij te leggen. Het kriebelde altijd om nog één puzzel te doen. Nog ééntje. En dan nog ééntje.

“Ik zou beter mijn eigen rommellades eens sorteren in plaats van tijd in dat spel te steken,” zei ik op een bepaald moment tegen Het Vriendje, “maar het is zoveel leuker om dat in dat spel te doen,”

En ja, rommellades genoeg ten huize Verbeelding. En rommel op zich, dat ook. Alleen krijg ik niet meteen dezelfde kick uit dat opruimen als dat ik krijg uit het oplossen van zulke puzzels als in dit spel. Misschien dat dat de kick is die anderen krijgen van opruimen, wie weet. Als dat het geval is, dan begrijp ik nu eindelijk waarom sommige mensen zo graag opruimen en organiseren en Marie Kondo’en en zo. Ha!

Het enige wat me soms wat frusteerde was dat ik sommige zaken niet nauwkeurig genoeg kon plaatsen, maar ik vermoed dat dat vooral aan mij lag. Ik speelde het spel op de Switch en kijk, ik en controllers… Sja, ooit krijg ik het in mijn vingers. Echt. Maar ik ga nog een beetje moeten oefenen, vrees ik. Ahum.