Wraps met fishsticks

Eigenlijk eten we zelden tot nooit afhaalmaaltijden ten huize Verbeelding. Héél af en toe wordt er een keer een pizza besteld, maar dat is het zo’n beetje. De rest van de tijd ben ik de kok des huizes.

Op zich vind ik dat niet erg. Ik pas de truc met het koken voor twee dagen nog steeds toe. Dan kook ik één dag en de volgende dag eten we de overschotjes op. Daarnaast heb ik het geluk dat mijn woon-werk-verkeer zich beperkt tot een aantal minuten. Letterlijk. Ik rond mijn werkdagen af rond 17u30 en een paar minuten later sta ik al te roeren in de potten en pannen. Jawel.

Maar er zijn ook dagen dat ik écht geen zin heb om te koken, dat er geen overschotjes zijn om op te eten en dat er weinig tijd is om te koken omdat we thuis komen van een bezoekje of een uitstap.

Sinds kort is dit één van mijn go to recepten voor zulke dagen. Wraps met fishsticks. Je leest het goed. Wraps. Met. Fishsticks.

Het was Het Vriendje die het recept vond op het wereldwijde web. Ik stond er in eerste instantie een beetje skeptisch tegenover, want serieus? Wraps met fishsticks? Maar je kan pas oordelen over iets eens je het geprobeerd hebt, toch? Dus belandde het op ons weekmenu en het was een schot in de roos.

Het grote voordeel aan dit recept is dat we doorgaans alles in huis hebben. Fishsticks en erwtjes in de vriezer, jong spinazieblaadjes in de koelkast omdat we die gebruiken voor de lunch en wraps in de voorraadkast. En een sausje (mayonaise, pita, tartaar,…) staat doorgaans ook wel in de koelkast.

Het recept is vrij eenvoudig. Je bakt de fishsticks in de pan. Reken op drie à vier fishsticks per persoon. Ondertussen warm je de wraps even op in de microgolfoven en daarna gebruik je diezelfde microgolfoven om de erwtjes te ontdooien. Eens je fishsticks klaar zijn, leg je ze in het midden van je wrap. Je kapt er een flinke hoeveelheid ontdooide erwtjes over en werkt af met een handvol jonge spinazieblaadjes. Of veldsla. Of rucola. Of whatever floats your boat. Vervolgens doe je er wat saus naar keuze over en rol je je wrap op.

Tadaaa… Avondeten op minder dan tien minuten tijd. Het is zeker niet de gezondste maaltijd, maar het is hopelijk toch nét iets gezonder dan je standaard afhaalmaaltijd. Hopelijk.

2

De laatste eerste keer // Pudding

Ik ben zo iemand die de eerste keren van Het Meneertje met heel veel enthousiasme onthaalt. De eerste keer zélf een boekje uit de bib kiezen? Yeah! Boekenworm in wording! De eerste keer “paat” zeggen tegen de eenhoorn op mijn smartphonecover? Mijn klein taalwonder! De eerste keer een klein plasje op het potje? Hallelujah! De eerste keer keihard tegen de grond knallen een bloedende knie hebben? Mjah. Net iets minder enthousiast.

De vraag: “Wanneer was de laatste keer dat je iets voor het eerst deed?” is zo’n vraag die je regelmatig op het internet ziet passeren. Meestal wordt er dan natuurlijk gedoeld op grote eerste keren. Uit een vliegtuig springen of zo. Ik bedacht me dit weekend, tijdens één van de eerste keren van Het Meneertje (springen op een trampoline!), dat ik eigenlijk nog altijd regelmatig iets voor het eerst doe. Ik geef toe, sommige van die eerste keren zijn niet bepaald exotisch te noemen, maar anderen zorgen er toch voor dat ik een beetje trots ben op mezelf. Zo een piepklein beetje. Dus dacht ik: “Waarom niet gewoon af en toe ook een keertje mijn laatste eerste keer hier delen?”. Ha!

Mijn laatste eerste keer? Dit weekend maakte ik voor het eerst pudding. Jawel. Pudding. Je weet wel, met zo’n poedertje en al.

Het zit zo: ik ben eigenlijk nooit echt een fan geweest van pudding. Het werd af en toe wel een keertje klaargemaakt bij ons thuis, maar het was gewoon niet zo mijn ding. Of het velleke bovenop de pudding daar voor iets tussen zat, dat laat ik in het midden. Ahum. Kuch. Maar tegenwoordig eet ik wat vaker pudding. Het is één van de dessertjes op de lijst die ik heb gekregen van mijn diëtiste en tegenwoordig smaakt het mij wel, velleke of geen velleke. Tot voor kort kocht ik puddingskes, maar ik besloot dat ik ze evengoed zelf kon maken. En zo stond ik dus zondag in de keuken te turen naar de instructies op het zakje.

Het Vriendje moest een beetje met mij lachen toen hij mij zeer geconcentreerd de instructies zag lezen op het pakje. Zijn mond viel wagewijd open toen ik zei dat ik nog nooit pudding had gemaakt. De zotste desserts maak ik vanaf nul, maar pudding met een poedertje? Nope. Nog nooit gemaakt. “Allez jong, pudding was my first love” zei Het Vriendje en ja, lieve lezers, ik vermoed dat hij pudding nog altijd liever ziet dan mij. Ja.

Maar ik kan melden dat mijn pudding perfect gelukt is. En ja, daar ben ik stiekem een beetje trots op ook al vinden bepaalde huisgenoten dat nét iets minder indrukwekkend. Bepaalde huisgenoten moeten nu braaf zijn anders krijgen ze geen puddingske. Nah.

1

Een feestelijk drankje met appel en vlierbloesem

In september was er een grote boekenverkoop op de parking van de Britse winkel Stonemanor in Everberg. Aangezien we op een steenworp wonen van die winkel, besloten we er even te gaan neuzen.

De boekenverkoop was interessant, maar mijn buit was eerder beperkt. Terwijl ik nog aan het snuisteren was, trokken mijn twee mannen de winkel in om daar een beetje rond te kijken. Ik kocht uiteindelijk maar twee boeken en verliet de parking om op zoek te gaan naar het olijke duo. Toen ik bij de ingang van de winkel kwam, stond daar een dame aan een tafel vol met bekertjes. Aangezien ik geen alcohol drink, vraag ik doorgaans altijd even wat er in een drankje zit. Appelsap met bruiswater en wat vlierbloesemsiroop was het verdict.

Vlierbloesemsiroop? Hell yeah. Misschien weet je het, misschien ook niet, maar vlierbloesemsiroop dat is helemaal mijn ding. En dat drankje dat ik aangeboden kreeg? Ook helemaal mijn ding.

Toen ik Het Vriendje en Het Meneertje in de winkel vond op een afdeling die helemaal in een Halloweenkleedje gestoken was, had ik mijn bekertje nog vast.
“Lekker hé?” zei Het Vriendje die uiteraard ook zo’n proevertje achterover had geslagen.
“Heel lekker!” knikte ik “Misschien eentje om te maken op het verjaardagsfeestje van Het Meneertje,”

En zo geschiedde.

We experimenteerden op voorhand een beetje om de verhoudingen juist te krijgen, maar uiteindelijk bleek het heel eenvoudig te zijn om dit drankje te maken.

Je neemt een grote kan en vult die voor 1/3de met appelsap. Vervolgens vul die je verder met 2/3de bruiswater en doe je er een paar eetlepels vlierbloesemsiroop bij. The sweet spot voor ons lag rond de 3 à 4 eetlepels, maar veel hangt natuurlijk af van de concentratie van je vlierbloesemsiroop en dergelijke. Niet iedere vlierbloesemsiroop is hetzelfde. Daarna kap je er nog wat ijsblokjes bij en done! Meer moet dat niet zijn.

We hadden heel wat drank voorzien voor het feestje, maar het was duidelijk dat het appel/vlierbloesem drankje serieus in de smaak viel bij jong en oud, want we hebben er twee kannen van moeten maken en al de appelsap die we hadden in geslagen was zo goed als op. Oeps. Volgend jaar zorgen dat we nog wat meer appelsap in huis halen. En spuitwater, want dat is blijkbaar ook iets dat mensen graag drinken en dat we ten huize Verbeelding eigenlijk nooit in huis hebben.

0