Een paar maanden geleden spotte ik een prachtig notitieboek in de Flying Tiger. Ik liet het wijselijk staan, want ik heb nog tienduust prachtige notitieboeken thuis in de kast staan. In de ene zijn een paar bladzijden beschreven, de andere is dan weer maagdelijk wit. Toen ik een paar weken later opnieuw in dezelfde winkel stond, trok dat ene boek opnieuw mijn aandacht, maar opnieuw negeerde ik het. Pas de derde keer besloot ik het uiteindelijk te kopen. Omdat het in de kortingshoek stond en de volle €2 kostte.
Maar op die moment had ik echt even nood aan schrijven met pen op papier. Het was midden juni en ik was door de hele sollicitatieprocedure aan het gaan, wat heel wat deed met mijn koppeke. Te pas en te onpas begin ik te journalen, vooral tijdens periodes dat het even minder gaat. Dan pak ik één van die eerder vermeldde notitieboeken erbij en schrijf ik één, twee of drie stukjes om er dan weer mee te stoppen.
Soms hou ik het een paar dagen vol, soms een week, maar nooit langer dan twee weken. Als de storm in het hoofd terug is gaan liggen, dan leg ik het notitieboek in kwestie opzij en ga ik weer verder met mijn leven.
Er was nooit een reden om steeds opnieuw te blijven journalen. Af en toe miste ik het wel een keer, maar dan deed ik een tekstverwerker open en schreef ik zo een stukje. Niet helemaal hetzelfde, dat zeker niet, maar het haalde de edge er wel af. Ik stelde me nooit de vraag waarom ik er niet mee verder deed. Het was gewoon zo.
Tot ik een paar weken geleden Romina in haar stories op Instagram hoorde zeggen: “Doet met uw journal wat ge wil, schrijft daar in, maakt daar lijstjes in, plakt daar stickers in zoveel of zo weinig als ge wilt”. Dat Romina veel zinnigs te vertellen heeft, dat wist ik al langer, maar haar woorden over journalen kwamen binnen.
Het leek alsof ik de toestemming nodig had om met dat boek te doen wat ik wilde. Het moesten niet altijd diepe teksten zijn over zaken waar ik tegenaan liep. Het konden evengoed lijstjes zijn met dingen die ik ooit wil kopen. Of een paar geprinte foto’s zijn die ik eerder die dag had genomen van een nest van een Aziatische hoornaar. Of een to do lijstje voor het zoveelste verjaardagsfeestje van zoonlief.
Dus ging ik aan de slag met mijn boekje waar ik enkele maanden geleden ook naar had gegrepen. Ik haalde mijn uitgebreide collectie stickers en washitapes terug boven. Opeens keek ik reikhalzend uit naar de momenten dat ik aan mijn bureau kon gaan zitten, muziekje in de achtergrond, en kon beginnen knippen, plakken, prutsen, knoeien, tekenen, schrijven,… Heerlijk. Het voelde iedere keer opnieuw als een klein knutselfeestje met mezelf.
En het was iets wat ik duidelijk had gemist. Iets waar ik blijkbaar even de toestemming voor moest krijgen, maar dat er nu voor zorgt dat mijn batterijen keer op keer in sneltempo opgeladen worden. Soms worden er al eens wat dagen overgeslagen, soms schrijf ik over de pennen waarmee ik schrijf (want dat is blijkbaar een dingetje dat mij bezig houdt, ha!), soms schrijf ik over de wandelingen die ik heb gemaakt en soms wordt er al eens al schrijvend iets verwerkt.
De maand oktober zit er bijna op en ik heb een maand lang zo goed als iedere dag dat ene notitieboek vastgehad. Het is niet echt een dagboek, maar ook niet echt een bullet journal. Het is een plakboek, een schetsboek, een scrapbook, een bullet journal, een dagboek allemaal in één. And I’m loving it.
2