Mi Bella camera!

Bilora BellaEen tijdje geleden waren Het Vriendje en ik op een rommelmarkt verzeild geraakt. Ik hou dan steeds mijn ogen open naar oude fototoestellen. Vraag me niet waarom, ik heb gewoon iets met oude fototoestellen. Ik ben zot op het lomo effect en ooit, OOIT, schaf ik mezelf een Holga of een Diana aan. Echt waar. Op die rommelmarkt vond ik een oud fototoestel (Kodak Instamatic 50) dat jammer genoeg met speciale cassettes werkt die nu uiteraard niet meer te verkrijgen zijn.

Toen ik thuis kwam bij Het Vriendje met dat fototoestel haalde de papa van Het Vriendje een ander oud fototoestel boven. Eindelijk had hij iemand gevonden waaraan hij dat fototoestel kon geven. Een Bilora Bella 66IIa, een prachtig 120mm film toestel met mooie kleuren en een volledige retrofeel. Plus het was nog in perfecte staat. Aaah. Ik prutste er wat mee en ontdekte dat de sluiter niet reageerde op de ontspanner. Jammer maar helaas, weer een fototoestel dat ik niet zou kunnen gebruiken. Dus zette ik het op de kast, bij de Instamatic.

Tot we gisteren de kerstboom aan het opzetten waren en ik de Bella nog even in mijn handen nam (short attention span… lalalala). Ik begon de binnenkant te inspecteren, ontdekte een hendeltje dat je kon induwen waardoor de sluiter opende en plots merkte ik dat ik de lens vooruit kon trekken. Alle puzzelstukjes vielen op zijn plaats en toen ik op de ontspanner duwde, opende de sluiter. Hoera! Hoera! Enthousiast sprong ik als een gek door de woonkamer en vertelde Het Vriendje dat we binnenkort eens zouden gaan foto’s nemen met die camera uit de jaren ’60. Die foto’s zullen uiteraard hier verschijnen als het zover is.

To be continued dus. 😉

0

I can haz kitteh?

Stiekem ben ik al heel lang gek op katten. Jammergenoeg is mijn vader allergisch aan katten en er is dus zelfs nooit maar een kat bij ons op bezoek geweest. Nope. Geen kat. Nada. Noppes. Jarenlang heb ik gezegd dat ik een kattenvrouwtje zou worden. Zo’n oud vrouwtje dat in een huis woont met minstens tachtig katten. Dat was alleszins toekomstbeeld dat ik van mezelf had voor ik Het Vriendje leren kennen. Nu ligt dat wat anders. Nu ga ik een kattenvrouwtje worden met minstens tachtig katten én een vriendje. Of zoiets. Er zal toch later sprake zijn van minstens een kat.

Maar nu heb ik een kat. Een lieve, speelse jonge kat met grote gele ogen. Ik ontmoette haar voor het eerst toen ik een tijd geleden aan het rondhangen was in de hangmat in onze tuin. Ze kwam bij me liggen terwijl ik las en even later huppelde ze achter een dikke bromvlieg aan. Af en toe zag ik haar op de koer zitten. Dan zat ze aan de plank waaronder ik ooit ratten heb ontdekt. Toen ik haar gadesloeg zag ik hoe ze haar pootje voorzichtig onder de plank stak of eronder snuffelde. Het was pas enkele weken geleden, toen Het Vriendje hier was, dat ik haar voor het eerst aaide. Ze begon onnoemelijk hard te spinnen. We doopten haar Ploppy, naar het personage in Black Adder (“Ploppy, son of Ploppy, mylord”). Een paar weekends later, toen Het Vriendje er ook weer bij was, stond ze weer op de koer. We aaiden haar, speelden met haar en uiteindelijk ging het zo ver dat ze verkocht was aan ons. En wij aan haar uiteraard. Ik kocht een doos kattenvoedsel en wachtte geduldig af tot ik haar weer eens zou zien. Dat was afgelopen dinsdag. Vandaag was ze weer van de partij voor een lekker hapje en een aaitje.

Ploppy

En voor een fotoshoot, maar daar was ze minder happig op, blijkbaar.

Ach ja, het is fijn om een kitteh te hebben die ik kan aaien en waarmee ik kan spelen op de koer als ze even op bezoek is. Ze moet alleen nog een beetje leren dat mijn been geen krabpaal is, maar voor de rest is het echt een lieveke en een zachteke ook.

0

Blood on the dance floor

Vrijdagavond tijdens heb ik mijn ogen uitgekeken. Sommige mensen waren zo knap gekleed en anderen konden schitterend dansen. Het was een fijne avond, ware het niet dat mijn voeten ruzie hadden met mijn schoenen. Ik ben zo een van die mensen met een zeer beperkt aantal schoenen en de schoenen die ik bezit, zijn eigenlijk allemaal al zeer goed ingelopen. Neem nu bijvoorbeeld mijn heksenbotjes die ik vorig jaar in november heb gekocht en waar ik het grootste deel van de winter mee heb rondgelopen. Die zien er momenteel zo uit langs de achterkant

dsc_0713

De voorkant is niet veel beter, maar mijn god, zitten die botjes lekker aan mijn voeten. Ik ben dan zo iemand die, hoewel de schoenen duidelijk tot op de draad versleden zijn, ze weigert weg te gooien. Zo heb ik vorige zomer een dikke drie maanden rondgelopen met serieuze gaten in de zolen van mijn Coq Sportif’kes. Ik had zelfs gaten in mijn kousen door dat ik nog steeds met die schoenen rondliep. Als het regende, kon ik mijn kousen ook uitwringen. Aaah… those were the days. Opnieuw lekkere comfy schoenen die op de draad versleten waren. Het bewijs (ik heb ze nog steeds niet weggegooid, maar ik doe ze wel niet meer aan :s)

dsc_0722

De enige ietwat elegante schoentjes die ik heb en tevens het enige paar schoenen dat voorzien is van een hakje, had ik vrijdag aan. Ze passen gewoon perfect onder mijn prachtige jurkje, maar ze maken steeds ruzie met mijn voeten. Gevolg: bloed op de dansvloer, bloed op mijn schoenen en voeten die open liggen. Gelukkig is Het Depot op alles voorzien, ook op meisjes wiens voeten open liggen door het dragen van elegante schoentjes.

dsc_0707

En dan lees je in De Standaard een artikel over schoenen met daarin dit:

Wat verkies jij? Tien keer per week seks of tien paar nieuwe schoenen? De kans is groot dat je kiest voor het laatste: toen het Britse maandblad Glamour zijn lezeressen afgelopen zomer deze vraag stelde, verkoos maar liefst 81 procent van hen een nieuw paar hakken.

Uhm… Geef mij dan toch maar liever de seks hoor, daar word ik veel blijer van en daar liggen mijn voeten geen weken aan een stuk van open. Vrouwen zijn zo’n rare wezens. Echt. Soms he, begrijp ik er zelf ook geen knijt van. Geef mij maar mijn tot op de draad versleten, platte, ingelopen, comfortabele schoenen. Die hakken, die mogen ze ergens steken waar de zon niet schijnt.

0