Geschenkenvelopjes

Een tijdje geleden was ik op zoek naar iets om een piepklein geschenkje in te steken en af te geven. Je moet weten, ik ben geen held met inpakpapier. Alles behalve zelfs. Als je ooit een kadootje van mij krijgt, dan is dat in… bwaah… negentig procent van de gevallen ingepakt door Het Vriendje. Die heeft serieuze inpakskills. Dus af en toe moet ik oplossingen zoeken voor zulke inpakproblemen. Mijn goede vriend Illustrator werd er bij gehaald en binnen de kortste keren had ik een template voor een geschenkenvelopje.

Omdat ik vermoed dat zo’n envelopje andere mensen ook wel eens van pas zal komen, maakte ik snel een pdf’je dat je hier kan downloaden:
[download id=”8″ format=”1″]

Het envelopje verder in elkaar steken is poepsimpel eens je de pdf hebt uitgeprint (let op: kleuren kunnen verschillen van printer tot printer). Je hebt een schaar, een lat en een lijmstift nodig.

Stap 1: Knip de template uit. Mooi op de grijze lijntjes knippen, hé! Niet zo’n held met scharen? Dan kan je ook een hobbymes gebruiken.

Stap 2: Draai je template met de bedrukte kant naar beneden. Leg je lat gelijk op de aangeduide plekken (zie foto – je kan deze lijnen ook zelf trekken als je dat wil, maar het hoeft zeker niet) en maak een vouw door het papier over de aflopende rand van je lat te vouwen.

Stap 3: Lijm een strook van ongeveer een centimeter dik aan de buitenzijde van de langste flap. Vouw deze naar binnen en de leg de kortere flap er op.

Stap 4: Lijm de onderste flap aan de achterkant en bam, je envelopje is klaar!

Moeilijk? Ik dacht het niet, nee. En dan nu allemaal kleine spulletjes zien te vinden die je kan geven aan mensen. Oorbellen? Halskettingen? Snoepjes? Knopen? Een cadeaubon ter grote van een bankkaart? Ideaal voor in zo’n geschenkenvelopje.

Ontwerp eens je eigen stofje

Martine vroeg hoe ik dat deed, die stofjes maken bij Spoonflower.

Ik volg je blog al een tijdje en toen je je stof uit bracht was mijn eerste reactie : hoe doet ze het . Bvb die ninja’s schets je die zelf en hoe kom je dan tot een patroon / idee voor een stofje? Doe je dat met de pc of op een andere manier? Niet dat ik talent heb en ooit mijn eigen stof ontwerp maar ik ben daar zo nieuwsgierig naar. Ik zie graag hoe iets ontstaat, daarom mijn vraag.

Daarom dus deze korte handleiding. Er zijn natuurlijk ook andere manieren, maar dit is hoe ik de Ninja-stof en ook de “Diep in de zee” stof heb gemaakt. Laat ik gemakkelijkheidshalve gewoon de Ninja-stof als voorbeeld gebruiken.

Stap 1: Een idee
Alles begint met een idee. Altijd. Alles. Ik wilde graag een stofje maken dat door jongensmama’s kon gebruikt worden om allemaal stoere spulletjes mee te maken. Eens dat was beslist, werd er gebrainstormd met mezelf en zo had ik plots een gigantische lijst potentiële onderwerpen gaande van brandweer tot circus tot race auto’s. De ninja’s spraken me zelf het meest aan.

Stap 2: De schetsronde
Ik heb de neiging te schetsen terwijl ik een film of een serietje kijk of naar een podcast luister. Bij mij moet er altijd een soort van auditieve prikkel zijn of ik kan niet schetsen. Raar maar waar. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met het uren en uren aan een stuk tekeningetjes maken in mijn notities terwijl ik naar een leerkracht luisterde in de klas. Maar dus… Zo ontstond deze schets.

Ik sta er zelf even van te kijken, maar er kwam blijkbaar geen potlood aan te pas. Opnieuw: ik vermoed dat dat iets te maken heeft met het uren en uren aan een stuk tekeningetjes maken met een balpen tijdens de lessen. Soit. Ahum.

Stap 3: Digitaliseren van de schets
Eens de schets gemaakt was, werd deze ingescand en werd Illustrator geopend. Illustrator kan een beetje tricky zijn om mee te werken in het begin, maar eens je begrijpt hoe het progamma werkt, kan je er geweldige dingen mee maken. Nog voor ik begon met het echte illustreerwerk, koos ik ook even de kleuren aan de hand van de kleurentabel van Spoonflower. Lieve mensen, als je Spoonflower gaat gebruiken om stofjes te maken, hou dan die kleurentabel bij de hand. Als je de kleurencodes gebruikt die in die tabel staan, dan gaan je kleuren juist geprint worden. Geen vale kleuren en zo.

Dit is het uiteindelijke resultaat van een paar uren intensief illustreerwerk. En plots dook er ook een ninja op in een holle boomstam. Zo gaat dat nu eenmaal met ninja’s. Die duiken overal heel stilletjes op en voor je het weet staan ze mee op een stofje gedrukt. Tsssk.

Stap 4: Spoonflower
Dit is volgens mij de gemakkelijkste stap. Je gaat naar Spoonflower, als je er nog geen account hebt, dan maak je er een aan en je klikt vervolgens op de knop “Add Designs”. Daar kan je je illustratie uploaden. Ik gebruikte hiervoor gewoon het Illustrator bestand (.ai), zodat ik me zeker geen zorgen moest maken om het juiste dpi (dots per inch).

Het leuke aan Spoonflower is dat je eigenlijk niet tijdens de illustreer-stap moet nadenken over het herhaalbaar maken van je illustratie. Er zijn een paar opties voor de herhaalbaarheid van de illustratie in Spoonflower: een basic repeat, waarbij alles gewoon doorloopt, een halfdrop waarbij de tekening rechts van de eerste tekening een halve lengte zakt (Chinees, ik weet het, maar eens je er mee aan het knoeien bent, zal je zien wat ik bedoel), een halfbrick waarbij je een soort van bakstenenmuur-patroon maakt en mirror repeat, waarbij de tekening een keer juist staat, dan weer gespiegeld, dan weer juist, dan weer gespiegeld.

Voor je stof kan verkopen op Spoonflower moet je als designer eerst even een sample bestellen. Als je gewoon voor jezelf een stukje stof ontwerpt, dan kan je er meteen een fat quarter, een yard, etc. van bestellen.

En zo gaat dat dan.

Tutorial voor kortbenige mensen

Een tijdje terug had ik een jeans nodig, want in mijn andere jeansbroek, mijn enige jeansbroek, was een gat op een zeer delicate plaats. Hoewel ik al een keer een jeans van Het Vriendje heb opgelapt met zo een strijkpatch, ging dat hier gewoon niet. Slechte plaats. Te zichtbaar. Te groot gat ook. Nieuwe jeans dus. Er is slechts een winkel waar ik mijn jeans koop en dat is bij Only. Dus checkte ik nog snel even de maat in mijn vorige broek en ging gewapend met de nummertjes richting winkel. Alleen hadden ze daarginds ergens de afgelopen drie jaar besloten om de maten aan te passen. Dus werden er een vijftal… uhm… tiental broeken gepast terwijl Het Vriendje geduldig stond te wachten (lees: Angry Birds spelen op zijn smartphone).

Gelukkig schakelde datzelfde Vriendje na veel gezucht van mijn kant de hulp van een winkeljuffrouw in. Zij gaf de gouden tip dat er misschien nog een broek lag tussen de solden, die wel wat langer én breder was. Want boy, een bootleg cut is niet meer wat een bootleg cut ooit was. Misschien moet iemand de mode industrie toch maar eens duidelijk maken dat er ook vrouwen zijn met stevige kuiten en nog stevigere billen, want blijkbaar is de standaard tegenwoordig een zestienjarige anorexiapatient met tandenstokerbeentjes. “Maar misschien kan je die laten inkorten door je oma of bij een kleermaker,” voegde ze er aan toe. Een broek die perfect past en die van 70€ naar 20€ is afgeprijsd en waarbij alleen even de zoom moet verlegd worden? I’ll take it! Toen ik de winkeljuffrouw liet weten dat ik zelf ook kon naaien, legde ze me ook nog eens uit hoe ik best te werk kon gaan met het verleggen van de zoom zonder de unieke onderkant en het orginele sierstiksel van de jeans te verliezen. Super simpel.

Men neme de broek en met een speldje mee je af tot waar je wil dat de broek komt. Hierbij kan je best even de hulp van een partner inschakelen en de schoenen aandoen die je het meest onder die broek zal dragen.

Vervolgens meet je de afstand van je speldje tot vlak boven de orginele bruine siersteek van de jeans. Tien centimeter. Yup. Tien. Een mens moet iets over hebben voor 50€. Deel deze afstand door twee. In mijn geval is dat dus vijf.

Keer de onderkaant om. Gebruik hiervoor de uitkomst van de deling in de vorige stap. In mijn geval vijf centimeter. Haal je naaimachine boven en wat donkerblauwe draad. Vergeet ook zeker niet om een jeansnaald te gebruiken! Stik zo dicht mogelijk bij de rand (daar waar de rode lijn getekend is).

Langs de binnenkant krijg je een rare flap die je best eerst even platstrijkt. Langs de buitenkant… merk je er nauwelijks iets van.

Zit je met een flink stuk “reststof” langs de binnenkant, dan kan je die best even vast naaien met een onzichtbare steek. In de onderstaande foto deed ik het met oranje draad om te laten zien hoe je dit best doet.

Zo ziet de de juiste kant van de broek er uit. De kleine steekjes vallen zelfs met oranje draad nauwelijks op. Als je dat met donkerblauwe draad doet, zie je het gegarandeerd in het geheel niet. Ik ben verschrikkelijk in steken uitleggen, dus hier is een filmpje over hoe je een onzichtbare steek met de hand doet.

Moest je opeens groeien (een mens mag al eens dromen), dan kan je al het stiksel terug verwijderen en de zoom opnieuw verleggen.

En dat, mijn allerliefste kijkbuiskindertjes, is waarom iedereen de basis van het naaien onder de knie zou moeten hebben. Om 50€ uit te sparen in de solden die je achteraf kan gebruiken om mooie stofjes te kopen. Yup!