Gelezen

Flessenpost uit Reykjavik

Flessenpost uit ReykjavikTijdens één van mijn bezoeken aan de digitale bib viel mijn oog op Flessenpost uit Reykjavik van Laura Broekhuysen. Ik had er nog nooit van gehoord, maar de korte inhoud sprak me wel aan. Het boek ging over taal en identiteit, over iemand die in IJsland woonde, over je kinderen opvoeden in een taal die je niet kent,…

Voor zij die het niet weten: in een zeer ver verleden heb ik een jaar in IJsland gewoond als uitwisselingsstudent. En hoewel ik er maar één jaar heb gewoond, waren zoveel van de zaken die Laura Broekhuysen aanhaalde zo herkenbaar. Zij verhuisde vanuit Nederland naar IJsland waar ze nu woont met haar gezin. Ze hebben een huis aan een baai, maar in dit boek pendelen ze tussen dat huis en een studio in Reykjavik. Een heel andere situatie dan de mijne, dat wel, maar ik wist perfect wat ze bedoelde in verschillende van haar schrijfsels. Ik heb met momenten gelachen om de herkenbaarheid en ik heb zoveel flashbacks gehad naar situaties van bijna twintig jaar geleden (serieus, twintig jaar?! Hoe dan?!).

Taal is iets geks. Taal zorgt ervoor dat je je gedachten kan overmaken aan anderen en als je dan opeens in een land terecht komt waarvan je de taal niet helemaal machtig bent, dan neemt dat heel wat van je eigenheid weg. Ik denk dat veel mensen dat niet snappen tot ze zelf ergens “buitenlander” zijn en niet gewoon “toerist” die na twee weken terugkeert naar z’n land van afkomst. En dat gevoel van onrust dat dat met zich meebrengt, je niet kunnen uitdrukken zoals je zou willen, dat weet Broekhuysen heel goed te vatten.

Het is zo’n boek dat je op je gemak moet lezen. Er waren avonden dat ik een hoofdstuk las en er waren avonden dat ik een ander boek las. Het is zo’n boek dat je makkelijk even opzij kan leggen om er dan een paar avonden later opnieuw in te beginnen. Het bestaat uit heel wat korte hoofdstukken die je kan vergelijken met essays of blogberichten. De auteur zoemt in op één dagdagelijkse situatie in ieder hoofdstuk. Op een hele beeldende manier vertelt ze over die dagdagelijkse situatie en hoe zij zich er bij voelt als vreemde eend in de bijt, daar in het hoge Noorden en hoe taal daar een rol in speelt. Ik kan me inbeelden dat het voor iemand als haar, die speelt met haar eigen taal en die schrijft met de mooiste beeldende zinnen, niet makkelijk kan zijn om je woordenschat plots beperkt te zien worden in die nieuwe taal.

Dus ja, ik heb genoten van dit boek. Intussen zag ik dat de digitale bibliotheek haar andere boek, Winter-IJsland, ook heeft, dus daar zet ik binnenkort ook eens mijn tanden in.

Gebeurd

Vijfletterwoorden die beginnen met een P en eindigen op een A

Vijfletterwoorden

Het Vriendje en ik zijn sinds kort op de Wordle-trein gesprongen. Iedere middag na ons eten pakken we onze smartphones erbij en zoeken we het vijfletterwoord van de dag. Hij op zijn telefoon. Ik op de mijne. Zonder elkaar te helpen. Blijkbaar zijn wij dan nu officieel een oud koppel. Yup.

Meestal beginnen we met Wordle, maar eens we dat Engelse woord hebben gevonden, schakelen we over naar Woordje.be, de Nederlandstalige variant. Het concept blijft hetzelfde. Je zoekt een woord van vijf letters en je begint met niks. Nada. Noppes. Je kiest zelf een woord om mee te beginnen. Gaandeweg krijg je dan letters die geel of groen worden of grijs blijven. De gele letters zijn letters die voorkomen in het woord, maar niet op de juiste plaats staan. De groene letters zijn letters die op de juiste plaats in het woord staan. En de grijze letters die komen gewoon niet voor in het woord.

Good ol’ Lingo met andere woorden.

Soms zorgen die rondjes Wordle en Woordje hier heel wat doldwaze momenten. Het Vriendje vindt de woorden doorgaans sneller dan mij. Ik ga blijkbaar keihard in tunnelvisie op woorden. Gisteren was daar een mooi voorbeeld van. Ik zat al minutenlang naar mijn scherm te staren, toen Het Vriendje: “Ah! Ik heb het!” zei.

“Jamaar, hoe?! Ik ken toch geen andere vijfletterwoorden die beginnen met een P en eindigen op een A?!” mopperde ik. Ik had “poema” in gegeven en de P en de A waren juist. Alle andere letters stonden grijs. En mijn hoofd kon écht geen ander woord verzinnen. Echt niet.

“Ken ik het woord?” vroeg ik aan Het Vriendje.

“Je kent het woord heel goed,” antwoordde hij met een grijns terwijl hij op stond om nog iets te gaan halen uit de keuken.

“Maar ik ken alleen maar poema!” zei ik verslagen.

Ik denk dat Het Vriendje toen een beetje medelijden met mij begon te krijgen, want hij gaf me één van de woorden die hij had ingegeven die hem tot de juiste oplossing had gebracht. Daarin blonk een mooie letter N op de juiste plaats.

“Aaah… Pinda! Pinda ken ik. Pinda ken ik zelf heel goed,” lachte ik, want ja, pinda’s dat kennen we hier maar al te goed ten huize Verbeelding. Pindakaas. Pindanootjes. Pindakoekjes. Pinda-allergie. We kennen pinda’s hier maar al te goed.

Om maar te zeggen, lieve mensen, ik ken wél nog andere vijfletterwoorden die beginnen met P en eindigen op een A (panda, is er ook ééntje!), maar blijkbaar wou de bovenkamer gewoon even niet functioneren. Sja. Kan gebeuren.

Gebeurd

De ontdekking van de digitale bib

De digitale bibliotheek

Ergens eind vorig jaar was ik aan het rondklikken op de website van onze plaatselijke bib. Ik wilde namelijk heel graag “Dag liefje, met Mila gaat alles goed en ik klungel lekker verder” van Stefaan Degand lezen. Hoewel dat boek als “beschikbaar” stond, had ik het nergens in de rekken gevonden. Op de website las ik dat het enkel digitaal beschikbaar was.

Na wat rondklikken ontdekte ik een hele nieuwe wereld: de digitale bib. Ik weet niet of ieder lid van iedere bibliotheek in Vlaanderen toegang heeft tot die digitale bib, maar boy oh boy, wat een openbaring. Je logt er op in en opeens kan je e-boeken zomaar uitlenen alsof het niets is. Fictie, non-fictie, jongerenboeken, Nederlands, Engels,… You name it. Je kan er zelfs kookboeken uitlenen! Hoe cool is dat? Het is niet volledig hetzelfde aanbod als in de gewone bib, maar het aanbod is vrij uitgebreid.

In tegenstelling tot de gewone bib, mag je maar twee titels per keer uitlenen. Je kan ze zelf wel makkelijk terug brengen met een klik op de knop of als de uitleentermijn is verstreken, worden ze vanzelf binnen gebracht. Dus je gaat nooit meer een boete krijgen omdat je een boek vergeet binnen te brengen. Hoppa! Dankzij de filters kan je enkel de beschikbare titels weergeven, zodat je niet iedere keer teleurgesteld wordt wanneer dat ene boek dat je zo graag wilde lezen er toch niet blijkt te zijn (been there, done that). Je kan makkelijk zoeken per genre en kan zelfs een melding krijgen wanneer een boek terug binnen is, zodat jij het kan lenen.

Ik merk dat ik regelmatig eens ga snuisteren in de digitale bib en daar dan boeken uitleen. Het aanbod is vrij uitgebreid, dus er is altijd wel iets interessants te vinden. Van YA tot klassiekers tot kookboeken. Van zeer recente titels tot al wat oudere titels. Zo las ik intussen het boek van Stefaan Degand, maar ook een aantal Bridgerton boeken en begon ik in een aantal boeken te lezen die op het eerste zicht interessant waren, maar op het tweede zicht toch niet de moeite waard waren. Het zorgt er voor dat ik al een keer iets anders lees dan waar ik normaal gezien naar zou grijpen. Zo ben ik momenteel bezig in Flessenpost uit Reykjavik van Laura Broekhuysen, een Nederlandse die in IJsland woont. Veel van haar ervaringen zijn bijzonder herkenbaar.

Om maar te zeggen: ik ben fan van die digitale bib. Grote fan. We bezoeken de plaatselijke bib nog wel altijd voor prentenboeken voor zoonlief en graphic novels voor mezelf, maar de meeste boeken die ik lees, komen tegenwoordig uit de digitale bib. Sja. De laatste maanden heb ik dus voornamelijk e-boeken uit de digitale bib gelezen en heb ik bijna geen nieuwe e-boeken gekocht. Zo blijft er wat meer van mijn boekenbudget over dat ik dan kan besteden aan graphic novels of prentenboeken van Het Meneertje. Win-win noemen we dat!

Moest jij die digitale bib nog niet ontdekt hebben, dan kan ik je warm aanbevelen daar eens werk van te maken.

 

Pin It on Pinterest