Inkijk in de keuken

Inkijk in de keuken

We wonen intussen al meer dan tien jaar in ons huis en hebben de nodige verbouwingen achter de rug, maar er staan er nog een aantal op de planning. Alles op zijn tijd natuurlijk. Ik weet dat heel wat mensen graag bezig zijn met inrichting, maar ik heb er precies niet zoveel aanleg voor.

Ons huis is een rijtjeshuis dat in een bocht staat waardoor we vooral in onze keuken de nodige inkijk hebben van de buren. Toch als die buren door het raam op het eerste verdiep naar beneden kijken. In 2020 lieten we een nieuwe keuken steken en daarbij hoorde ook enkele nieuwe ramen.
Voor de verbouwing van de keuken hadden we van die glasgordijntjes die nog wel wat licht doorlieten, maar waardoor je niet naar buiten kon kijken.

En eigenlijk wil ik nog wel altijd naar buiten kunnen kijken, want de keuken grenst aan de tuin.
Het is een klein tuintje dat er het ene jaar al wat wilder dan het andere bij staat, maar het is leuk om naar te kijken. Het is altijd fijn om één van de katten in het zonnetje te zien liggen soezen of om een paar moedige meesjes voorbij te zien fladderen. Dit jaar hebben we ervoor gekozen om toch wat meer gras te voorzien zodat zoonlief zich wat meer buiten kan uitleven (vorig jaar gingen we voor een jungletuin met veel inheemse planten). En we hebben zelfs een kikker in de tuin sinds kort. Hoe die daar is gekomen is een groot mysterie, maar kijk, een nieuw huisdier.

Het mag dan een piepkleine tuin zijn, het is een leuke plek om te vertoeven, voor mens en dier, zo blijkt. Of om naar te kijken vanuit de keuken als je groentjes aan het snijden bent of snackbordjes aan het maken bent voor het nageslacht.

Alleen zitten we dus met die inkijk. We hebben al de nodige opties bekeken om dat wat te verminderen. Fijne glasgordijnen en overgordijnen, maar dat is misschien niet zo ideaal in een keuken, want daar kunnen natuurlijk de nodige geurtjes in blijven hangen. Rolgordijnen zouden beter zijn in de keuken, maar de rolgordijnen die we al hebben in andere ruimtes, laten je niet echt toe nog naar buiten te kijken. Horizontale lamellen zijn ook een optie en dan zou je toch nog het zicht op de tuin wat behouden.

Er zou ook een soort van raambekleding zijn waarbij je wel naar buiten kan kijken, maar waar mensen van buiten niet naar binnen kunnen kijken. We hebben dit onlangs opgemerkt bij een huis in de buurt waar we altijd een pluizige, rosse kater aan het raam zagen zitten. Nu zien we hem niet meer zitten door die folie, maar ik vermoed dat hij nog wel altijd naar de vogels buiten kan kijken.

Soit, laten we het er op houden dat er meer dan voldoende opties zijn, maar dat we gewoon niet zo’n helden zijn in knopen doorhakken. Ha! Voorlopig houden we het nog even op blote ramen en wie weet hakken we wel een knoop door deze winter, als het zicht op de tuin wat minder belangrijk is.

Ooblets

Ooblets

De cozy games die ik tot nu toe heb gespeeld, waren vooral puzzelgames zoals A Little to the Left. Een tijdje terug zag ik op de Instagram van Team Confetti dat Olga Ooblets aan het spelen was, een game die ik ook al regelmatig was tegengekomen tijdens mijn zoektocht naar een nieuwe cosy game.

Ik had het nooit aangekocht omdat het me iets te veel aan Pokémon deed denken en ik had zoonlief dat spel al zien spelen. Vraag me niet welk Pokémon spel exact, want er zijn er veel, maar het leek gewoon niet mijn ding, zo om de beurt vechten en kleine wezentjes vangen. Eigenlijk is Ooblets zeer gelijkaardig alleen wordt er niet “gewoon” gevochten tussen de Ooblets in kwestie, maar doe je aan dance battles. Jawel. Het zijn vaak die vecht battles in zulke spellen waar ik helemaal op tilt sla, maar de dance battles in Ooblets zijn eigenlijk heel logisch (waarschijnlijk zijn ze dat ook in andere spellen hoor, maar kijk).

Iedere Ooblet heeft zijn eigen unieke dance moves. Bij iedere dance battle krijg je tijdens een beurt een aantal kaarten met daarop een aantal van die dance moves. Het is de bedoeling dat je met die dance moves een aantal punten behaalt, want iedere dance move kan je punten opleveren. De bedoeling van de dance battles is dat je als eerste het metertje dat het aantal punten bijhoudt vult. Iedere dance move van een Ooblet kost je een “beat” en je krijgt per beurt een aantal beats. Je moet dus eigenlijk goed kijken naar de kaarten die je krijgt, het aantal beats dat je kan inzetten en hoeveel iedere dance move je gaat kosten in beats. Logisch dus.

Uiteraard vertelde ik Het Vriendje over het spel en tijdens één of andere sale tikte hij het op de kop. Zoonlief was meteen verkocht. Ah ja, want het lijkt dus op Pokémon, maar in tegenstelling tot dat spel heb je in Ooblets ook een boerderij die je moet onderhouden (dat heb ik precies nog niet gezien in Pokémon), moet je je vriendschappen met de andere inwoners van Badgetown onderhouden en moet je de nodige missies uitvoeren (wat in zowat elk spel het geval is). De stijl van het spel spreekt ook ontzettend aan. Het is een kleurrijke bende en de Ooblets zelf zijn ontzettend schattig én grappig.

Wat zoonlief wél mist zijn de hilarische dialogen die je soms voert met de andere inwoners van Badgetown en omstreken. Er zitten daar een paar karaktertjes tussen. Ha! Het spel is in het Engels en hoewel we het zo goed en zo kwaad voor Het Meneertje proberen te vertalen, gaat er toch heel wat van de grappen verloren. Gelukkig is hij daar niet te hard mee bezig.

Onder lichte dwang van de zes-jarige Oobletsspecialist hier in huis, begon ik het spel uiteindelijk ook te spelen. Hij was tegen dan al level acht en kende alle gewassen die je kon planten uit zijn hoofd. Dus speelde ik op een avond nadat hij in bed lag een uurtje en ik was verkocht. Ik begreep helemaal waarom hij het keer op keer wilde spelen. Als je even geen zin hebt in dance battles met andere Ooblets, dan kan je missies uitvoeren voor de andere inwoners van Badgetown. Je hoofdmissie is om alle Oobnettorens terug aan te zetten. Daarmee connecteer je alle gebieden terug met het Oobnet (soort van internet) en ik vermoed dat je zelf ook via dat Oobnet leuke accessoires voor je boerderij, Ooblets en jezelf kan aanschaffen.

Als je geen zin hebt in een missie, dan kan je je uitleven op je boerderij. Je kan zaden kopen, deze planten en vervolgens zorgen dat je moestuin niet overwoekert met onkruid. Of je moet je gewassen water geven zodat ze niet verwelken. En uiteraard kan je met je oogst de nodige gerechten koken in je keukentje. Voor de tuiniers onder ons: er zijn geen slakken in deze moestuin. Ha!

Het is een heerlijke, kleurrijke wereld waarin je op je gemak je eigen ding kan doen. En het is geen moeilijk spel of een spel waarbij je lang je aandacht moet houden. Of waarbij je veel knopjes tegelijk moet induwen (work in progress bij mij… jikes). Ideaal dus voor beginnende gamers en het cozy game label meer dan waardig.

Wij spelen Ooblets hier thuis op de Switch, maar je kan het ook via Steam aanschaffen en zo op je computer spelen als dat meer je ding is.

Kathleen op wandel

Afscheid van de tienduizend stappen

Toen ik vorig jaar begon te fitnessen, besloot ik ook terug een Fitbit te dragen. Ik wilde geen complexe fitnesstracker, gewoon eentje die vooral mijn slaap en mijn stappen kon bijhouden. Hoewel ik eerder al zo’n fitnesstracker had gehad en nooit echt streefde naar de tienduizend stappen, begon ik daar nu wel iedere dag naartoe te werken.

En goed, sommige weken kwam dat er op neer dat ik twee dagen door omstandigheden heel veel wandelde bv. omdat ik een lange wandeling maakte in goed gezelschap of op een fitnessdag (mijn fitnessroutine eindig ik steevast met tien minuutjes lopen op de loopband) nog allerlei boodschappen moest doen op wandelafstand (naar de bib, naar de supermarkt,…). Daardoor kon ik dan op de andere dagen wat minder wandelen. De meeste dagen ging ik dus niet voor tienduizend stappen kost wat kost, maar ging ik op weekbasis van zeventigduizend stappen en dat werkte vrij goed voor mij.

Maar sinds kort zit ik terug wat vaker op mijn stalen ros. Het begon eerder toevallig met een afspraak bij een kinesist een dorp verder en een coworkdate met een bevriende zelfstandige in een aangrenzende gemeente. Laten we eerlijk zijn: ik ben geen held met de auto. Alles behalve zelfs. Dus als ik maar een paar kilometers verder moet, dan zal ik eerder voor de fiets kiezen, zelfs al zit er een stevige heuvel tussen mij en mijn coworkdate (amaai mijn kuiten).

Toen ik onlangs op één van de weinige zonnige dagen die we tot nu toe hebben gehad dit jaar, naar de oogarts trok met de fiets, kriebelde het. Het kriebelde om meer te fietsen. Het was mijn langste rit in lange tijd. Acht kilometer heen en uiteraard moest ik die acht kilometer ook terug. Ik genoot met volle teugen ook al werd ik door ongeveer iedere andere tweewieler op de fietssnelweg voorgestoken. Er is nog wat werk aan de conditie en mijn stalen ros is niet elektrisch.

Het idee begon te groeien om in plaats van een avondwandeling een keer een avondritje te doen. Het weer en mijn planning hebben het nog niet echt toegelaten, maar het kriebelt. Het kriebelt om met de fiets de omgeving verder te ontdekken. Inclusief die drommelse heuvels die hier en daar de kop opsteken. Het voordeel is dat ik vlak bij een fietssnelweg woon en dat biedt mogelijkheden. Veel mogelijkheden.

Alleen telt de Fitbit het fietsen niet als stappen. Uiteraard. Fietsen en stappen, da’s namelijk niet hetzelfde. Ah nee. Daardoor zou ik dus afscheid moeten nemen van mijn tienduizend stappen. En dat wringt een beetje, moet ik toegeven. Langs de andere kant kan ik mij bijvoorbeeld wel beginnen richten op actieve minuten iedere dag. Tienduizend stappen komt overeen met honderd minuten wandelen bij mij. Uiteindelijk is het het stappen op zich niet dat belangrijk is, maar het feit dat je actief bent, toch? Toch?!

Maar ik zal ze missen, mijn tienduizend stappen per dag. Nu nog goed weer en ik kan eindelijk eens een deftige avondrit maken, want boy oh boy… Wat is me dat allemaal met al die regen?